V4 10.9. mww tt, Hören Buch

Willkommen!

1 / 27

Slide 1: Tekstslide

DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programm Dienstag 10.9.

Wörterliste 1

Modale hulpwerkwoorden

Sehen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wörterliste 1

google forms

Slide 3 - Tekstslide

Plauderecke vorlesen + besprechen

1 Durchgänge vom Gespräch

Duitse modale werkwoorden

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn "Modalverben" of modale werkwoorden ?

> "Modalverben" zijn hulpwerkwoorden

> Ze geven een andere betekenis aan een werkwoord in de zin.

Bijvoorbeeld:

Ik werk: ik zal werken, ik moet werken, ik mag werken......
De betekenis van de zin verandert.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MODALE HULPWERKWOORDEN

dürfen

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen

mogen, toestemming hebben

kunnen, in staat zijn tot

houden van, lusten

moeten (noodzaak)

moeten (opdracht, bevel)

willen

weten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinde die Modalverben mit der Bedeutung.

müssen

sollen

kunnen

mogen, toestemming hebben

moeten (noodzaak)

moeten (opdracht, bevel)

leuk vinden, lusten, aardig vinden

willen

wollen

mögen

dürfen

können

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

modale werkwoorden

dürfen

können

mögen

müssen

sollen

wollen

wissen

ich

darf

kann

mag

muss

soll

will

weiß

darf- st

kann - st

mag - st

muss - t

soll - st

will - st

weiß - t

er/sie/es

darf

kann

mag

muss

soll

wil

weiß

wir

dürf - en

könn - en

mög - en

müss - en

soll - en

woll - en

wiss - en

ihr

dürf - t

könn - t

mög - t

müss - t

soll - t

woll - t

wiss - t

sie/Sie

dürf - en

könn - en

mög - en

müss - en

soll - en

woll - en

wiss - en

ge-durf-t

ge-konn-t

ge-moch-t

ge-muss-t

ge-soll-t

ge - woll -t

ge-wuss- t

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"dürfen"

darf

darfst

darf

dürfen

dürft

dürfen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"wissen"

weiß

weißt

weiß

wissen

wisst

wissen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"müssen"

muss

musst

muss

müssen

müsst

müssen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"können"

kann

kannst

kann

können

könnt

können

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"wollen"

will

willst

will

wollen

wollt

wollen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"sollen"

soll

sollst

soll

sollen

sollt

sollen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Modalverb

"mögen"

mag

magst

mag

mögen

mögt

mögen

ich

er / sie / es

wir

ihr

sie / Sie

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Modalverben): jij wil - kan - moet

du-wollst- könnst- musst

du willst - kannst - musst

du-wollst- könnst- müsst

du-willst- könnst- sollst

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

(Modalverben): hij moet - weet - mag

er musst - weißt - darf

er muss - weißt - mag

er muss - weiß - darf

er muss - weiß - mag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Möchten...."de vreemde eend in de bijt".

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Möchten = zou graag willen

Möchten is een vriendelijkere -/beleefdere vorm van willen. Deze vorm wordt in het Duits veel gebruikt als je iets wilt hebben.

Beispiel: Ich möchte gerne ein Eis haben.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Möchten = zou graag willen

ich möchte

du möchtest

er/sie/es möchte

wir möchten

ihr möchtet

sie/Sie möchten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich

er sie es

wir

ihr

sie Sie

möchtest

möchte

möchten

möchtet

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

_________ du eine Cola?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Üben

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sehen - Vorbereitung

Seite 30

Aufgabe 28

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sehen

Seite 30

Aufgabe 29

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HA für Montag 16.9.

Lernen: WL 2 D>NL

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Üben

Übung 1 (zwakke werkwoorden tt)

Übung 2 (zwakke werkwoorden tt)

Übung 3 (voltooid deelwoord)

Übung 4 (voltooid deelwoord)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V4 10.9. mww tt, Hören Buch

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Sleepvraag

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Modalverben

7.11. Modalverben

14.11. Modalverben

11.9. Sophie 3, m ww, Wanderlust 3+4

Modalverben

20.11. Modalverben, Schreiben E

Kapitel 8 B Modalverben sollen, wollen, mögen, möchten

V4 3.4. mod ww tt, Lesen