Week 32 afronding wekwoordspelling

Week 32 afronding werkwoordspelling
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 32 afronding werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Welkom hv1a!
Ga lekker zitten, pak je leesboek en start met lezen 
Je laptop blijft nog dicht.











maandag 30 september 2024
maandag 7 april 2025

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • kun je werkwoordsvormen en werkwoordstijden herkennen en in zinnen gebruiken.
  • heb je alle paragrafen (7/ t/m 11) van werkwoordspelling afgerond.
Planning van deze les :
 
  • lezen in je leesboek -  10 min
  • Taalvoutje
  • uitleg theorie §11 werkwoordsvormen en werkwoordstijden
  • zelf aan de slag 

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 7 Werkwoordspelling

  •  §7 persoonsvorm tegenwoordige tijd 
  • §8 zwakke werkwoorden   
  • §9 sterke werkwoorden 
  • §10 voltooid en onvoltooid deelwoord 
  • §11 werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Donderdag 10 april krijg je een een s.o. over werkwoordspelling.

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling §10 Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Bij het  bijvoeglijk naamwoord moet je kijken waar het van is afgeleid. 
  • Het kan afgeleid zijn van een onvoltooid deelwoord of 
  • een voltooid deelwoord.

  • Bij een onvoltooid deelwoord is de spelling hetzelfde of er komt een 'e' achter. Bijv: De huilende jongen ging naar zijn mentor. Of: Ik zag een huilend meisje naar haar mentor gaan.

Slide 6 - Tekstslide

§10 Deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het kan ook afgeleid zijn van een voltooid deelwoord.
Dan schrijf je het bijvoeglijk naamwoord zo:

  • - eindigt het vd op -en, dan het bn ook: Het gezonken schip
  • - eindigt het vd op -d, dan komt er een 'e' achter: de verveelde leerling
  • - eindigt het vd op -t, dan komt er een 'e' achter: de gepeste leerling


Slide 7 - Tekstslide

§11 - Werkwoordstijden
Alle werkwoorden hebben werkwoordsvormen en werkwoordstijden:
denken - denkt - dachten - gedacht - denkend- denk - dacht

Slide 8 - Tekstslide

§11 - Werkwoordvormen en werkwoordstijden
Werkwoordsvormen:
Werkwoordstijden
1. infinitief (hele werkwoord): denken
1. ott (onvoltooid tegenwoordige tijd): Imre kijkt naar het journaal.
2. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd): denk/denkt/denken
2. ovt (onvoltooid verleden tijd):
Imre keek naar het journaal.
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd): dacht, dachten
3. vtt (voltooid tegenwoordige tijd):
Imre heeft naar het journaal gekeken.
4. vd (voltooid deelwoord): gedacht
4. vvt (voltooid verleden tijd): 
Imre had naar het journaal gekeken.
5. od (onvoltooid deelwoord): denkend (infinitief + d)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Handig!
Voor een overzicht van werkwoordspelling:
schema werkwoordspelling op blz. 290 
in je leerwerkboek.

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten 1 t/m 3 van §11 werkwoordsvormen en werkwoordstijden
HOE              opdracht 1 doen we samen. De rest in tweetallen of drietallen
                        cursus  7 Spelling §11 /blz. 260-261                   
HULP?         Lees de theorie (blz. 260)
TIJD              10 minuten. Daarna klassikaal bespreken
KLAAR?        Maak opdracht 4 t/m 6 van §11


KLAAR?           


timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
Lesdoelen:
  • je kunt werkwoordsvormen en werkwoordstijden herkennen en in zinnen gebruiken.
  • Je hebt alle paragrafen (7/ t/m 11) van werkwoordspelling afgerond.

Volgende les woensdag 9 april
Huiswerk: maak opdracht 1 t/m 3 af. 



Slide 13 - Tekstslide

Welkom hv1a!
woensdag 9 april 2025

Slide 14 - Tekstslide

Welkom hv1a!
Ga lekker zitten en bekijk de syllabus werkwoordspelling die op je tafel ligt.  
Je laptop blijft deze les in je tas.











maandag 30 september 2024
woensdag 9 april 2025

Slide 15 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest 10 minuten in stilte.

Na afloop kun je een vraag krijgen over wat je gelezen hebt. 
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Aan het einde van deze les:
  • ken je de vijf verschillende werkwoordsvormen en de vier werkwoordstijden;

  • kun je alle werkwoorden in de ovt, vt, vtt en vvt correct gebruiken;

  • Je kent de ezelsbruggetjes bij verleden tijd en voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden.
Planning van deze les : 
  • Taalvoutje
  • zelf aan de slag met syllabus werkwoordspelling 
  • uitslag werkwoorden zoeken in tekst over Eendje Kwak.

Slide 17 - Tekstslide

Taalvoutje

Slide 18 - Tekstslide

Cursus 7 Werkwoordspelling
Je hebt geleerd over:
  •  §7 persoonsvorm tegenwoordige tijd 
  • §8 zwakke werkwoorden   
  • §9 sterke werkwoorden 
  • §10 voltooid en onvoltooid deelwoord 
  • §11 werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Morgen 10 april krijg je een een s.o. over werkwoordspelling.

Slide 19 - Tekstslide

§11 - Werkwoordvormen en werkwoordstijden
Werkwoordsvormen:
Werkwoordstijden
1. infinitief (hele werkwoord): denken
1. ott (onvoltooid tegenwoordige tijd): Imre kijkt naar het journaal.
2. pvtt (persoonsvorm tegenwoordige tijd): denk/denkt/denken
2. ovt (onvoltooid verleden tijd):
Imre keek naar het journaal.
3. pvvt (persoonsvorm verleden tijd): dacht, dachten
3. vtt (voltooid tegenwoordige tijd):
Imre heeft naar het journaal gekeken.
4. vd (voltooid deelwoord): gedacht
4. vvt (voltooid verleden tijd): 
Imre had naar het journaal gekeken.
5. od (onvoltooid deelwoord): denkend (infinitief + d)

Slide 20 - Tekstslide

Handig!
Voor een overzicht van werkwoordspelling:
schema werkwoordspelling op blz. 290 
in je leerwerkboek.

We nemen deze nu samen door.

Slide 21 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten uit de syllabus werkwoordspelling
HOE             Schrijf de antwoorden in de syllabus. Deze mag je houden.                                  
HULP?         Lees de theorie (blz. 252, 254, 256. 258, 260), schema ww-                                   spelling
TIJD              30 minuten. 
KLAAR?       kom de antwoorden bij me halen en kijk alles zelf na.


KLAAR?           


timer
30:00

Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie
Lesdoelen:
  • ken je de vijf verschillende werkwoordsvormen en de vier werkwoordstijden;
  • kun je alle werkwoorden in de ovt, vt, vtt en vvt correct gebruiken;
  • Je kent de ezelsbruggetjes bij verleden tijd en voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden.

Succes met leren voor het s.o.! 



Slide 23 - Tekstslide

Welkom hv1a!
Schuif de tafels al uit elkaar voor de toets. 
Leg een pen en je leesboek op je tafel klaar. 
 
Je laptop blijft deze les in je tas. 
Je zit volgens de plattegrond.










maandag 30 september 2024

Slide 24 - Tekstslide

Planning van deze les : 

  • 5e uur: s.o. werkwoordspelling maken, als j klaar bent, ga je lezen in je leesboek
  • 6e uur: film Shabu kijken

Slide 25 - Tekstslide

Toelichting toetsvragen s.o.
  • Aantal vragen: 11
  • Maximaal aantal te behalen punten: 46+1 bonuspunt
  • Je mag op de toets schrijven. Schrijf de antwoorden achter de zinnen.
  • Schrijf je naam op de toets!
  • Lees eerst goed de toetsvraag voordat je het invult. 



Slide 26 - Tekstslide

s.o. maken
WAT?            Je maakt het s.o. over werkwoordspelling

HOE?
            Je vult de antwoorden in op de toets.
                        Stel geen vragen over de toets.
TIJD               Je hebt 30 minuten de tijd.  Met dyslexie heb je 40 minuten
KLAAR?        Ga lezen in je leesboek. Laptops zijn niet toegestaan!
                         



KLAAR?           


timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide

Volgende les - woensdag 7 mei
We gaan starten met grammatica zinsdelen. 
Neem je leerwerkboek en leesboek mee!

Slide 28 - Tekstslide