2VG 4.7 Grammatica zinsdelen

NEDERLANDS
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat leer je? 



1. Vragen proefwerk §4.3 Lezen en §4.5 Woorden
2. Voorzetselvoorwerp (vzv)
3. Bijwoordelijke bepaling (bwb)




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen komen voor op de toets 
§4.3 Lezen en §4.5 Woorden?
  1. Tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm
  2. Functie van de inleiding en het slot
  3. Activerende tekst (blz. 22)
  4. Tekstverbanden: middel en doel,  voorwaardelijk (blz. 157)
  5. Woordbetekenissen  (blz. 38)
  6. Zelfstandige naamwoorden vormen (blz. 45)
  7. Bijvoeglijk naamwoorden vormen (blz. 46)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een 'vast voorzetsel' bij een werkwoord
§4.7 Grammatica zinsdelen, blz. 54
Sommige werkwoorden hebben altijd hetzelfde voorzetsel
Dat is een 'vast voorzetsel', zoals: 
luisteren naar, wennen aan, trouwen met, vertrouwen op

En in uitdrukkingen zoals:
verliefd zijn op, afhankelijk zijn van, bereid zijn tot, blij zijn met





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een werkwoord met een vast voorzetsel

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 het voorzetselvoorwerp (vzv)
Het zinsdeel dat begint met een vast voorzetsel is een voorzetselvoorwerp (vzv). 

Jan / luistert / naar de radio.
  o          wg                   vzv

Ik /  ben / blij / met mijn nieuwe sneakers.
 o      ng      ng              vzv

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voorzetselvoorwerp?

Tijdens de vakantie zijn wij afhankelijk van de hulp van onze buren.
A
Tijdens de vakantie
B
zijn wij afhankelijk
C
zijn afhankelijk
D
van de hulp van onze buren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijwoordelijke bepaling
(bwb), blz. 56
We noemen dit zinsdeel 
ook wel de ‘prullenbak’. 
Want alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

de bijwoordelijke bepaling (bwb)
Heb je pv, wg of ng, o, lv, mv gevonden? 
De zinsdelen die overblijven en extra informatie geven zijn bijwoordelijke bepalingen. 

De bwb geeft antwoord op: 
Wanneer, waar, hoeveel, hoe, waarom, waarheen, waardoor, waarmee + wg + o (+ lv + mv)?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7 Bijwoordelijke bepalingen

Slide 11 - Tekstslide

VWO moet de verschillende soorten bwb's kunnen herkennen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitlegfilmpje  in  Talent      : bwb

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de bwb?
Gelukkig hadden ze tijd genoeg.
A
Gelukkig
B
hadden
C
ze
D
tijd genoeg

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat?
§4.7 Grammatica zinsdelen: opdrachten 1, 2, 3abc, 4, 5, 7 en 10 
Hoe?
Leerwerkboek en schrift
Hulp?
Boek, zelf opzoeken, klasgenoten,  Straver
Resultaat?
Bespreken vrijdag
Leerdoel?
Voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling
Klaar?
Daltontaak 13/14, lekker lezen
§4.3 Lezen: online Test jezelf

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het in de klas?
Wat weet je nu?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu?


1. Oefenvragen proefwerk 4.3 Lezen en 4.5 Woorden
2. Voorzetselvoorwerp (vzv)
3. Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tijdschriftproject: informatieve tekst (duo's)

1. Inhoud: Feiten, bronnen
2. Structuur: Titel en tussenkopjes, inleiding, kern, slot
3. Taalvorm: Zinsbouw en spelling

(bladzijde 12 en 13 projectboekje)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tijdschriftproject: Feedback op tekst geven
1.  Inhoud: Feiten, mening en argumenten, bronnen
2. Structuur: Titel en tussenkopjes, inleiding, kern, slot
3. Taalvorm: Zinsbouw en spelling

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk boek lees je in periode 4?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies