G2A spelling les 4 (tussenletters in samenstellingen, samentrekkingen)

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je vandaag leren?
- De regels voor tussenletters in samenstellingen
- De regels voor samentrekkingen en weglatingsstreepjes

Hoe gaan we dat doen?
Met uitlegslides én quizvragen :)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
vissekom
B
vissenkom

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de correcte spelling?
A
verdachteverhoor
B
verdachtenverhoor

Slide 4 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf -(e)n als...
- het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -n of -en heeft

Voorbeelden
bananenschil, paardensport, bloemenvaas 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
aspergesbed
B
aspergenbed
C
aspergebed

Slide 6 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling alleen een meervoud op -s heeft

Voorbeelden
etages -> etagewoning, asperges -> aspergebed

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
groentensoep
B
groentesoep

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de correcte spelling?
A
aktetas
B
aktentas

Slide 9 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling een meervoud op -s EN -en heeft

Voorbeelden
lindes/linden -> lindebloesem
gemeentes/gemeenten -> gemeenteraad
groenten/groentes -> groentesoep

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 11 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft

Voorbeelden
roggebrood, ereplaats

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 13 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling geen zelfstandig naamwoord is

Voorbeelden
hogeschool, knarsetanden, spinnewiel, rodekool, huilebalk

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
zonnebank
B
zonnenbank

Slide 15 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling een unieke persoon of zaak is

Voorbeelden
zonnecel, maneschijn, Koninginnedag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
apentrots
B
apetrots

Slide 17 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het eerste deel van de samenstelling de betekenis van het tweede deel versterkt

Voorbeelden
reuzeleuk, retespannend, apetrots

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
schattenbout
B
schattebout

Slide 19 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf géén tussen-n (en dus wel -e) als het woord niet (meer) herkenbaar is als samenstelling

Voorbeelden
spillebeen, schattebout

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de correcte spelling?
A
reddingschip
B
reddingsschip

Slide 21 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen
Schrijf -s als:
- je die klank hoort
- als het tweede woorddeel met een sisklank begint, kun je de klank niet horen. Vervang het tweede woorddeel dan, zodat je hoort of je een tussen-n moet schrijven

Voorbeeld: stationsplein, dus ook stationsstraat

Slide 22 - Tekstslide

Samentrekkingen
Als een deel van een samenstelling twee keer achter elkaar voorkomt, kun je het één keer weglaten.

Je maakt dan een samentrekking.

Maar wat zijn hier de regels voor? Test je kennis...

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de correcte samentrekking van
'invoer' en 'uitvoer'?
A
in- en uitvoer
B
in- en uit-voer
C
in en uitvoer

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de correcte samentrekking van
'donkerblauw' en 'donkergroen'?
A
donkerblauw en groen
B
donkerblauw- en -groen
C
donkerblauw- en groen
D
donkerblauw en -groen

Slide 25 - Quizvraag

Samentrekkingen
Laat je een deel van een woord weg? Dan vervang je het door een weglatingsstreepje.

Voorbeelden:
invoer en uitvoer: in- en uitvoer
fietsverkoop en fietsverhuur: fietsverkoop en -verhuur

Slide 26 - Tekstslide

Wat is de correcte samentrekking van
'oude kleding' en 'nieuwe kleding'?
A
oude- en nieuwe kleding
B
oude en nieuwe kleding
C
oude- en nieuwe-kleding
D
oude en nieuwe-kleding

Slide 27 - Quizvraag

Samentrekkingen
Laat je een heel woord weg in een woordgroep? Dan heb je géén weglatingsstreepje nodig.

Voorbeelden:
rode (handschoenen) en groene handschoenen
oude (boeken) en nieuwe boeken

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de correcte samentrekking van
'basisschool' en 'middelbare school'?
A
basis- en middelbareschool
B
basis- en middelbare school
C
basis en middelbare school
D
middelbare en basisschool

Slide 29 - Quizvraag

Samentrekkingen
Als je een samentrekking maakt van een samenstelling en een woordgroep, heb je alleen een weglatingsstreepje nodig als je een deel van de samenstelling weglaat.

Deze vormen zijn dus allebei goed:
basis- en middelbare school
middelbare en basisschool

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide