Les 3 De prestatiegraad

Cursus verliezen beperken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cursus verliezen beperken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 1 - Introductie OEE
Week 2 - Beschikbaarheidsgraad
Week 3 - Prestatiegraad
Week 4 - Kwaliteitsgraad
Week 5 - De OEE berekenen 1
Week 6 - De OEE berekenen 2
Week 7 - Herhaling lesstof
Week 8 - Schriftelijke eindtoets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les:
  1. Weet je wat de prestatiegraad van een machine is
  2. Ken je de twee onderdelen waaruit de prestatiegraad bestaat bestaat (inclusief voorbeelden)
  3. Kun je de prestatiegraad berekenen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat (3) is een "perfecte" machine?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Draait altijd 
  • Op maximale snelheid en
  • Alle producten zijn in één keer goed!

O.E.E. is 100%

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat: een machine die ideaal presteert:
• draait altijd,
• op maximale snelheid en
• alle producten zijn in-een-keer goed.
Voor de OEE geldt de afspraak dat als de prestatie van de machine aan al deze
drie voorwaarden voldoet, de effectiviteit (OEE) 100% is. 
Uit welke 3 graden bestaat de OEE?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Prestatiegraad en machineverliezen

Slide 8 - Tekstslide

Net als de Beschikbaarheidsgraad kent de Prestatiegraad ook twee typen
machineverliezen, namelijk: Snelheidsverlies en Korte stops. 
Het werkelijk aantal geproduceerde producten ten opzichte van het aantal producten dat de machine had kunnen maken (als ze op maximale snelheid had gedraaid in de tijd dat er producten uit kwamen).
Prestatiegraad

Slide 9 - Tekstslide

Het tweede kenmerk van de ideale machineprestatie is het produceren op
maximale snelheid. In de tijd dat de machine produceert, doet die dat in het ideale
geval op maximale snelheid. De prestatiegraad van de OEE geeft de verhouding
weer tussen het werkelijke aantal geproduceerde producten ten opzichte van het
aantal producten dat de machine had kunnen maken als ze op maximale snelheid
had gedraaid in de tijd dat er producten uit de machine kwamen. Verderop in dit
hoofdstuk staat de uitleg van de berekening. 
Wanneer zal een operator ervoor kiezen om de machine niet op maximale snelheid te zetten? (min.3)

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Machineverlies 3: Snelheidsverlies
  • Langzamer produceren dan op maximale snelheid
  • Maximaal is wat de machineleverancier garandeert

Een paar vormen van machineverlies:
  • Bewust op lage snelheid produceren
  • Voorzichtig produceren
  • Langzaam draaien bij opstarten of leegdraaien

Slide 11 - Tekstslide

Machineverlies 3: Snelheidsverlies
Sne!heidsver!ies is het langzamer produceren dan op de
maximale snelheid. In theorie schaf je een machine aan
om op maximale snelheid te produceren. Als de
werkelijke snelheid lager ligt, dan blijft een deel van de
gekochte capaciteit ongebruikt. Deze maximale snelheid
is bijvoorbeeld de snelheid die de machineleverancier garandeert. In de praktijk
zijn er echter machines die sneller gaan dan deze, vaak voorzichtig gestelde,
garantiesnelheid. Zorg er in ieder geval voor dat het niet mogelijk is om de
gekozen maximale snelheid te overschrijden, want dan doet de machine het beter
dan het ideaal - een onmogelijkheid.
Let erop: De prestatiegraad berekent de machinesnelheid over de tijd dat er
producten uit de machine komen. De verliezen als gevolg van de tijd dat de
machine stilstaat zijn al berekend in de beschikbaarheidsgraad.
Er zijn een paar vormen van snelheidsverlies, zoals:
• Bewust op lagere snelheid produceren, omdat bij hogere snelheden de
kwaliteit van het product vermindert, of de kans op storingen groter is.
24
• Voorzichtig produceren: soms zie je onderscheid bij operators in de door
hen gebruikte snelheden. Er zijn er die voorzichtig zijn en redeneren
vanuit het motto: 'een machine moet nooit op z'n hardst draaien, dat geeft
alleen maar problemen'. Andere operators nemen meer risico's door met
hogere snelheden te draaien. Dat is soms terug te zien in de OEEgrafieken: de voorzichtige operators hebben een lagere prestatiegraad
maar een hogere beschikbaarheidsgraad dan de operators met meer durf.
• Een derde vorm van snelheidsverlies treedt op na elke opstart de machine
langzaam op de ingestelde snelheid komt, of het op lage snelheid
leegdraaien van de productielijn.
Langzamer draaien als verlies zien betekent niet dat vanaf morgen de machine
altijd op maximale snelheid moet draaien. De gevolgen daarvan kunnen erger zijn
dan het huidige snelheidsverlies. Het is wel belangrijk om dit snelheidsverlies
zichtbaar te maken, omdat alleen zichtbaar gemaakte verliezen uitnodigen om te
analyseren. Waarom draaien we op lagere snelheid? Wat moeten we doen om
verantwoord sneller te kunnen draaien?
Langzamer draaien, omdat
De aan- of afvoer het anders niet aan kan
Te weinig personeel
Minder verstoringen aan machine en product
etc. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machineverlies 4: Korte stops
  • Stilstanden die kort duren maar vaak voorkomen 
  • Verhelpen kost weinig tijd, operator doet dit zelf
  • < 5 minuten

Waar vallen langere stops onder?

Slide 13 - Tekstslide

Machineverlies 4: Korte stops
Een tweede vorm van verlies binnen de prestatiegraad is de
korte stop. Korte stops zijn stilstanden die kort duren, maar
vaak voorkomen. Voorbeeld is een machine die vastloopt
en stilvalt, omdat een verpakking omvalt op de
transportbaan of omdat een doos scheef de machine in
gaat. Het verhelpen van een korte stop neemt weinig tijd in
beslag. De operator doet het zelf, er komt geen monteur aan te pas.
~ Lege plekken op de productieband zijn ook korte stops
Een stilstand heet een korte stop wanneer deze niet langer dan vijf minuten duurt.
De keuze voor 5 minuten als grens komt uit de tijd dat de OEE voornamelijk
handmatig gemeten werd. Het is ondoenlijk om tijdens de productie alle stops van
enkele seconden of een paar minuten voor langere tijd handmatig te noteren.
Nakajima legde de grens zelfs bij minimaal 10 minuten. In de praktijk blijkt dat te
onnauwkeurig.


Korte stops grafisch weergegeven

Slide 14 - Tekstslide

Terwijllangdurige technische of logistieke stilstanden alle aandacht krijgen van de
technische dienst en het management, worden korte stops doorgaans niet
gemeten, maar verwaarloosd of stilzwijgend geaccepteerd alsof ze er nu eenmaal
bij horen. Door het afbreken van een aandrijfas staat een machine 6 uur stil,
rondom de machine is er veel drukte van witte en blauwe jassen. Een incidentele
machinestilstand als gevolg van de afgebroken as duurt lang, maar de kans dat
het voorkomt is erg klein. 
Oorzaken van korte stops?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Soorten korte stops:
  • Ongeplande korte stops (bv. vastlopen of omvallen)
  • Geplande korte stops (bv. productwissel, foliewissel)
  • Lege plekken in productie lijn 

Slide 16 - Tekstslide

Het bedienen van een machine met veel korte stops heeft wel iets weg van het
rijden door een drukke stad met veel verkeerslichten. Voortdurend stoppen voor
het rode licht en weer optrekken bij groen. Zeer vermoeiend, zeker als je dat een
hele werkdag doet. In veel situaties is de persoon die de machine bedient de
enige die zich bewust is van al deze kleine stops. Het hortende en stotende
gedrag van de machine beschouwt men als normaal. Bij vrijwel elke korte stop
hoort een ingreep van de operator. Het is interessant om eens te analyseren
hoeveel korte stops de machine heeft per dienst.

Er zijn een paar verschijningsvormen van korte stops:
• Ongeplande korte stops, zoals kleine verstoringen door vastlopen of
omvallen;
• 'Geplande' korte stops, zoals productwissels en foliewissels: ze zijn
gepland maar duren korter dan 5 minuten;
• Korte stops door lege plekken in de productie. Van een carrouselvulmachine met 120 vulkoppen ontbreekt steeds bij elke vulronde één
flesje. Zo'n lege plek is een korte stop. 


Prestatiegraad berekenen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken prestatiegraad
  • Machine kan 1000 stuks/uur maken.
  • Hij heeft 6 van de 8 uur gedraaid.
  • Hij heeft in die 6 uur 4000 stuks gemaakt.
Bereken de beschikbaarheidsgraad en de prestatiegraad?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschikbaarheid = 6/8 = 0,75
Prestatiegraad = 4000/6000 = 0.67

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderscheid tussen snelheidsverlies en korte stops
De machine heeft 6 uur gedraaid.
Maximale snelheid is 1000 stuks/uur
De machine snelheid was ingesteld op 800 stuks/uur
In de 6 uur zijn er maar 4000 stuks gemaakt.
  1. Hoeveel verliezen (in stuks) zijn er a) in totaal; b) door snelheidsverlies; c) door korte stops.
  2. Bereken het snelheidsverlies en korte stops ook in % van het totaal verlies aan capaciteit

Slide 20 - Tekstslide

in het voorbeeld hierboven is de prestatiegraad berekend, maar is nog niet
bekend welk deel van het verlies snelheidsverlies is en welk deel de korte stops.
Om het snelheidsverlies te kunnen berekenen hebben we de werkelijke snelheid
nodig waarop gedraaid is. Dat kan bijvoorbeeld door tijdens productie de
werkelijke snelheid af te lezen van het bedieningspaneel van de machine en die te
noteren.
De gegevens voor de OEE-berekening kunnen handmatig of automatisch
verzameld worden. In hoofdstuk 10 bespreken we de voor- en nadelen van beide
methoden. Bij handmatig verzamelen van de gegevens voor de OEE zijn de korte
stops de sluitpost van de OEE-berekening. Frequentie en duur van de korte stops
zijn immers niet bijgehouden.
In het voorbeeld hieronder zijn snelheidsverlies en korte stops berekend op basis
van handmatige registratie van de gegevens. 
Onderscheid tussen snelheidsverlies en korte stops

Slide 21 - Tekstslide

in het voorbeeld hierboven is de prestatiegraad berekend, maar is nog niet
bekend welk deel van het verlies snelheidsverlies is en welk deel de korte stops.
Om het snelheidsverlies te kunnen berekenen hebben we de werkelijke snelheid
nodig waarop gedraaid is. Dat kan bijvoorbeeld door tijdens productie de
werkelijke snelheid af te lezen van het bedieningspaneel van de machine en die te
noteren.
De gegevens voor de OEE-berekening kunnen handmatig of automatisch
verzameld worden. In hoofdstuk 10 bespreken we de voor- en nadelen van beide
methoden. Bij handmatig verzamelen van de gegevens voor de OEE zijn de korte
stops de sluitpost van de OEE-berekening. Frequentie en duur van de korte stops
zijn immers niet bijgehouden.
In het voorbeeld hieronder zijn snelheidsverlies en korte stops berekend op basis
van handmatige registratie van de gegevens. 
Nu ff zelf uitrekenen!!!!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk voor de uitwerking op de volgende sheet

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk voor de uitwerking op de volgende sheet

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week: De kwaliteitsgraad

Slide 27 - Tekstslide

Eerst de kwaliteitsgraad
De beschikbaarheidsgraad en de prestatiegraad houden geen rekening met de
kwaliteit van de geproduceerde producten. De kwaliteitsgraad maakt wel zichtbaar
welk deel van de producten voldoet aan de klantspecificatie en welk deel niet. In
het volgende hoofdstuk meer over de kwaliteitsgraad.