Debatteren

\
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
gesprekstechniekenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

\

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van vandaag
  • Er is een stelling geformuleerd voor het debat
  • De groep is verdeeld in subgroepen
  • We weten wat een Lagerhuis debat is
  • Wie voor is en wie tegen
  • Oefenen in groepjes

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog van vorige week?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak een stift en geef antwoord op de vraag:

Wat is een debat?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 5 woorden die belangrijk zijn voor het voeren van een debat

Slide 5 - Open vraag

Democratie: vrijheid van meningsuiting, iets wat mogelijk moet zijn bij een debat. Onderbouwen: je moet de mening/argumenten die je verkondigt bij een debat kunnen onderbouwen. Nadenken: je moet tijdens een debat nadenken over wat je zegt zodat je met sterke argumenten komt. Derde partij: bepaalt op basis van de argumenten en feiten wie het debat gewonnen heeft.
Er is een vooraf geformuleerde stelling
A
Debat
B
Discussie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is een derde partij aanwezig
A
Discussie
B
Debat

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorm van bespreking tussen 2 partijen
A
Discussie
B
Debat

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lagerhuisdebat

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lagerhuisdebat
Zet twee rijen van stoelen tegenover elkaar.
De ene kant is vóór de stelling; de andere kant tegen. 
Van elke groep wordt er een vertegenwoordiger aangewezen. Zij mogen in een openingsrede aangeven waarom hun groep voor of tegen is.
Als beide openingstoespraken gehouden zijn, mogen de anderen hierop reageren.
Degene die praat moet gaan staan.
Zolang er iemand staat (aan het woord is), mag niemand anders het woord vragen.
De discussieleider wijst telkens de volgende spreker aan.
De leiding zorgt ervoor dat iemand niet te lang aan het woord is.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een keuze uit de volgende stellingen:

- Iedereen moet verplicht DNA-materiaal afstaan
- Bij concrete terroristische dreigingen is martelen geoorloofd
- Gewelddadige dictators vermoorden is geoorloofd
- Vrouwen moeten het recht krijgen op pepperspray

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak groepjes van 5
Kies een woordvoerder en schrijf een betoog 
Bespreek in je groepje 4 voorargumenten en 4 tegenargumenten 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken
Welke voor en tegenargumenten kun je bedenken 
Wat is jullie betoog

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten jullie genoeg?

Weet je genoeg om volgende week te kunnen debatteren?
Wat heb je nog nodig?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies