Je schrijft een essay waarin duidelijk te lezen valt hoe je het werk ervaren/beleefd hebt. In minimaal anderhalf en maximaal twee kantjes schrijf jij je essay waarin de lezer een impressie krijgt van het werk, de tijd waarin het geschreven is en bovenal jouw persoonlijke leeservaring.
(...)
In je essay kun de volgende items bespreken: de liefde/haat die de hoofdpersoon voor zijn moeder voelt, de schuld/onschuld van de hoofdpersoon, het omgaan met jezelf als je verscheurd bent door haat, zelfhaat en wroeging, de verwerking van het trauma van de hoofdpersoon, de autobiografische elementen (en de relatie tussen fictie en werkelijkheid) in het werk.