Medicatie

Medicijnen 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Medicijnen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
- Welke medicatiegroepen er allemaal zijn
- Welke werking medicatie heeft
- Welke toedienvormen er zijn


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen - en vormen 
Via de huid 
Buiten het maag - darmstelsel om 
Onder de tong 
Via de anus 
Via de neus 
Via de mond 
Transdermaal 
Parenteraal 
Sublinguaal
Rectaal 
Nasaal
Oraal

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatiegroepen ken je? Noem ook een voorbeeld van een medicijn die onder die groep valt?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk medicijn hoort waar bij? 
paracetamol
NSAID
zwak opioid
sterk opioid langwerkend
sterk opioid oraal
kortwerkend
sterk opioid injectie
instanyl
naproxen
panadol
Butrans
Oxycontin
actiq
tramadol
Oxynorm
oxycodon Retard
ibuprofen
fentanyl  infusie

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen kenmerk van bloedverdunners?
A
Anticoagulantia
B
Bloedingen als bijwerking
C
Versterken elkaars effect
D
Werken allemaal op dezelfde manier

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werking van medicatie bij ouderen is anders door (FK)
A
Ouderen hebben meer vetweefsel ( slecht doorbloede organen ) => geneesmiddelen langzamer werken
B
Verminderde werking van de nieren waardoor medicatie sneller het lichaam uit is
C
Toename lichaamsvocht waardoor geneesmiddelen die goed oplossen in water sterker werken
D
Hersenen worden minder gevoelig voor werking van bepaalde medicijnen => meer bijwerkingen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel opnames in ZH per jaar door verkeerd medicijngebuik
A
3.500
B
27.000
C
10.000
D
74.000

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen overlijden per jaar aan verkeerd medicijngebruik?
A
150
B
500
C
750
D
1250

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent een profylactische werking van medicatie?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een voorbeeld van een causaal geneesmiddel

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Medicatie malen
  • Gebruik deugdelijk hulpmiddel
  • Let op met mengen(alleen in overleg arts/apotheker)
  • Toedienen met appelmoes(geen melkproducten)
  • Via sonde-PEG(goed malen)
  • Zoek naar alternatieven(zetpil/drankje end.)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatie is risicomedicatie (dubbelcheck)
  • Anti-epileptica
  • Bloedverdunners
  • Insuline
  • Cytostatica/chemotherapie
  • Hartmedicatie
  • Opium-preparaten
  • Narcosemiddelen
  • Injecties

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij ervaringen met medicatiefouten?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Generieke naam of stofnaam
Merknaam
Soortnaam
Diazepam
Valium®
Benzodiazepine

Slide 16 - Sleepvraag

Stofnaam: de werkzame stof van het medicijn
Merknaam: de naam die de fabrikant geeft
Soortnaam: groep
Analgetica
Biologicals
Anticoagulantia 
 Corticosteroïden
 Cytostatica
 Hypnotic
 Psychofarmaca
Chemisch vervaardigde stoffen die de celdeling van 
tumorcellen, maar ook van gezonde cellen remmen
Middelen die angst, depressie of psychose dempen
Middelen die ontstekingen tegengaan en worden 
voorgeschreven bij auto-immuunziekten
Middelen die voorkomen dat er trombose ontstaat
Ontstekingsremmers gemaakt uit natuurlijke eiwitten. 
Een bijwerking is de verhoogde gevoeligheid voor infecties
Pijnstillende middelen
Slaapmiddelen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

bv. corona
vaccin
bv.
paracetamol
Voorkomen van ziekte
Verminderen van klachten door suggestie
Bestrijden of verzachten van de gevolgen van een ziekte
Bestrijden van de oorzaak van een ziekte
Profylactische werking
Causale werking
Symptoom-
bestrijding
Placebo
bv. antibiotica

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat medicatie door het lichaam
Absorptie
Distributie
Metabolisme
Excretie
Opname via darm of vaatstelsel en zo door de rest van het lichaam.
Verdeling in het lichaam (lever verdeelt de werkzame stof)
Omzetting door het lichaam (medicijn>metabolieten)
Uitscheiding (via nieren, longen, speeksel      maag/darmstelsel, zweet en moedermelk).

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de aanduiding 'retard' achter een medicijnnaam?
A
Snel werkend
B
Langzaam werkend
C
Kort werkend

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd van deze les? Waar heb je het meeste aan gehad?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies