OT Ch. 3 MH2

Vergelijk je eigen antwoorden van opdracht A, B en C met die van een andere leerling!

Heb je niet hetzelfde antwoord? Word het samen eens over wat het juiste antwoord moet zijn.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vergelijk je eigen antwoorden van opdracht A, B en C met die van een andere leerling!

Heb je niet hetzelfde antwoord? Word het samen eens over wat het juiste antwoord moet zijn.

Slide 1 - Tekstslide

A. Kies het juiste aanwijzend voornaamwoord: ce, cet, cette of ces.

1. Tu aimes ce jean noir?
2. Oui, mais je préfère cette robe bleue.
3. Elle va bien ces baskets noires.
4. Tu connais cette actrice?
5. Tu connais cet acteur?

Slide 2 - Tekstslide

B. Vertaal het woord tussen haakjes.
1. Manon (wil) veut venir samedi.
2. Michelle et sa soeur (kunnen) peuvent venir en train.
3. Nous (mogen) pouvons inviter nos amis?
4. Vous (wilt) voulez acheter une nouvelle robe ?
5. Les élèves (willen) veulent aller au supermarché.

Slide 3 - Tekstslide

C. Schrijf het juiste getal op.
1. quatre-vingt-dix-sept 97
2. Mille quatre-cent soixante-et-un 1461
3. Soixante-dix-neuf 79
4. Huit-cent-quatorze 814
5. Cent-vingt-quatre 124

Slide 4 - Tekstslide

D. Vertaal de volgende zinnen.

Slide 5 - Tekstslide

1. Le héros veut faire les courses dans le supermarché.

Slide 6 - Open vraag

2. On a été au centre commercial.

Slide 7 - Open vraag

3. Je ne peux pas acheter les chaussures si elles sont très chères.

Slide 8 - Open vraag

4. J’ai perdu mes lunettes de soleil.

Slide 9 - Open vraag

5. Presque toutes les villes ont plusieurs magasins.

Slide 10 - Open vraag