Keuzegedrag H1 en H2 deel 1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Keuzegedrag H1 + H2 deel 2

Woensdag 
8:30 - 9:30 

Wat gaan we doen?

- Terugblik (10 min);
- Kleine experimenten (20 min); 
- Uitleg keuzegedrag H1 + H2 deel 2(10 min); 
- Aan de slag/Lubach (15 min);
- Afsluiting (5 min). 

 

Leerdoelen 

- Je kunt uitleggen dat veel economische modellen gebaseerd zijn op rationeel denken van mensen, terwijl mensen zich systematisch irrationeel en naïef gedragen, en dit toepassen.

- Je kunt uitleggen waar gedragseconomie op gebaseerd is, inclusief de belangrijkste principes en theorieën.

- Je kunt ten minste vijf voorbeelden noemen van concepten die bij gedragseconomie horen, zoals relatieve opofferingskosten, lokvogel, beziteffect, spijtaversie, en 'gratis'.

- Je kunt uitleggen wat economische experimenten zijn en waarvoor zij bedoeld zijn, inclusief het doel van het onderzoeken van menselijk gedrag en het testen van economische theorieën.

- Je kunt een economisch experiment uitvoeren en dit koppelen aan het systematisch irrationeel en naïef gedragen van de mens.

- Je kunt in tweetallen overleggen en tot een beslissing komen bij het beantwoorden van vragen.

- Je kunt kritisch denken over hoe de consument tot beslissingen komt en deze op papier verwoorden bij een specifieke casus.

Planning komende weken

Week 1: Toetsbespreken & start 
Week 2: Conjunctuur H1 + Conjunctuur H2 deel 1
Week 3: Conjunctuur H2 deel 2 (45 min)
Week 4: Conjunctuur H3 
Week 5: Keuzegedrag H1 + H2 deel 1
Week 6: Keuzegedrag H2 deel 2 + H3 
Week 7 + 8: Vakantie
Week 9: Jong en oud H7 en H8 
Week 10: Herhaling 
Week 11: SE: Conjunctuur H1 t/m H3, keuzegedrag H1 t/m H3, Jong en Oud H1 t/m H8 

Vandaag

Wel meedoen met Lessonup. 
Mag op je mobiel. 
Niks anders op je mobiel + je eigen naam gebruiken.

EV = C + I + O + ( E - M )
C = 0,65 Y + 120
I = 60
O = 90
(E - M) = 40
EV = Y
a. Bereken het evenwichtsinkomen
b. Bepaal de spaarfunctie.

De wisselkoers was € 1 = $ 2, nu is de wisselkoers € 1 = $ 1. Daardoor kan de EU nu .... importeren.

1. Meer
2. Minder

Als de wisselkoers van de euro stijgt ....

1. verbetert onze concurrentiepositie
2. verslechtert onze concurrentiepositie
3. blijft onze concurrentiepositie gelijk

Als de wisselkoers daalt ...

1. daalt de export van dat land.
2. stijgt de export van dat land.

Economische experimenten

--> Hoe gedragen mensen zich in verschillende economische situaties? 
--> De gedragingen van mensen worden onderzocht.

Spel 1:

Je mag kiezen tussen twee opties:

je krijgt vandaag € 10 van me… of:

je krijgt morgen € 10 + € 1 van me

Wat ga je doen? Vul die keuze in op het formulier en vervolgens bij de volgende vraag. Geef ook aan waarom je die keuze maakt.

1. Ik wil het nu
2. Ik wacht tot morgen

Bespreek het experiment na door de verzamelde data te analyseren en door te vragen op argumenten bij de leerlingen:

In de les

1. Hoeveel leerlingen waren in situatie 1 bereid om 1 dag extra te wachten op het geld? & Vraag een aantal leerlingen dat deze keuze maakte om hun argumenten.

2. Hoeveel leerlingen waren in situatie 1 niet bereid om 1 dag extra te wachten op het geld? & Vraag een aantal leerlingen dat deze keuze maakte om hun argumenten.

3. Hoeveel leerlingen waren in situatie 2 bereid om 1 dag extra te wachten op het geld? & Vraag een aantal leerlingen dat deze keuze maakte om hun argumenten.

4. Hoeveel leerlingen waren in situatie 2 niet bereid om 1 dag extra te wachten op het geld? & Vraag een aantal leerlingen dat deze keuze maakte om hun argumenten.

5. Wat is er hetzelfde in situatie 1 en situatie 2?

6. Wat is er anders in situatie 1 en situatie 2?

7. Waardoor zou je het verschil in jullie gedrag in situatie 1 ten opzichte van situatie 2 kunnen verklaren?

Welke zou je kopen?

1. Basic
2. Standaard
3. Premium

1. 30 GB
2. 15 GB
3. 25 GB

Nu of later?

1. Vandaag
2. Later

Zou je wel de standaard of speciale stoel boeken? Zo ja hoeveel wil je daarvoor betalen?

Zou je wel de standaard of speciale stoel boeken? Zo ja hoeveel wil je daarvoor betalen?

Het verkopen van je mobiel onmiddellijk

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

Het kopen van een random mobiel in de klas.

100

200

300

400

500

600

700

800

900

1000

Hoeveel uur zou je werken voor de schoenen van 120 euro?

onder 5 uur

5-10 uur

10-15 uur

15-20 uur

Boven 35 uur

25-30 uur

30-35 uur

35-40

40-45

Hebben de leerlingen een uurloon in hun hoofd gehad?

Komt het overeen met de vraaglijn als we kijken naar de uren vergeleken met het minimumloon van een 17 jarige?

Gedragseconomie

--> Mensen maken steeds economische keuzes.
--> Mens is irrationeel en naïef. 
--> Het gedrag is systematisch en voorspelbaar. 

Maar normaal modellen gebaseerd op homo economicus.

Zijn de lijnen in dit figuur evenwijdig(recht) of krom?

1. Evenwijdig
2. Krom
3. Geen van beide

Welke lijn is het langst?
Onder of boven

1. Boven
2. Onder
3. Geen van beide

Trucs bedrijven

'Printer'	Goedkope printer, dure cartridges
Relatieve opofferingskosten	Duurdere producten minder opofferingskosten dan goedkope producten.
Beziteffect	Moeilijker om afstand te doen van zaken die je al bezit.
Verlies/spijt aversie	Mensen hebben een hekel aan verliezen of spijt hebben.
Gratis	Consumenten waarderen gratis producten heel erg
Effect van standaard	Pakken graag 'de standaard optie'. Ook met uiterlijk een bepaalde standaard bepalen.
Lokvogel	Drie opties, waarbij 1 lokvogel waardoor de andere aantrekkelijk wordt.

Bedenk zelf een voorbeeld in de praktijk waar gedragseconomie zichtbaar is en verbind dat met het juiste begrip

Keuze

Lubach staatsloterij 
of 

Werken aan de stof


Democratisch voor heel de klas.

Aan de slag

Wat? - Opdrachten studiewijzer (1.1 t/m 1.11 &  2.1 t/m 2.4) 
           - Zorg dat je alles tot nu toe van conjunctuur hebt gemaakt en nagekeken. 

Hoelang? Tot 9:25 daarna samen afsluiten. 

Hoe?  Je mag met je buurman/buurvrouw overleggen op normaal praatniveau.

Huiswerk? 1.1 t/m 1.11 & 2.1 t/m 2.4 

Afsluiting

Leerdoelen: 

- Je kunt uitleggen dat veel economische modellen gebaseerd zijn op rationeel denken van mensen terwijl mensen zich systematisch irrationeel en naïef gedragen. 

- Je kunt uitleggen waar gedragseconomie op gebaseerd is. 

- Je kunt een aantal voorbeelden noemen van zaken die bij gedragseconomie horen: relatieve opofferingskosten, beziteffect, duurdere product nodig bij aankoop, spijtaversie, 'gratis', effect van standaard, geneesmiddelen reclame en lokvogel. 

- Je kunt uitleggen wat economische experimenten zijn en waarvoor zij bedoeld zijn. 

Volgende les: 
Keuzegedrag H2 deel 2 + H3