wat is de concentratie in de volgende oplossingen.
stel dat elk rondje wat je ziet 1 gram voorstelt.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
A 19 gram in 100 ml = 190 g/L
B 20 gram in 200 ml = 100 g/L
C 20 gram in 500 ml = 40 g/L
D 20 gram in 1000 ml = 20 g/L
E 4 gram in 200 ml = 20 g/L
F 4 gram in 1000 ml = 4 g/L
Slide 6 - Tekstslide
Oplosbaarheid: maximale aantal g/L
Als de temperatuur van het oplosmiddel wordt verhoogd, wat gebeurt er dan met de oplosbaarheid?
Slide 7 - Tekstslide
Demo - Oplosbaarheid soda
Vul een erlenmeyer voor de helft met soda
Doe in de erlenmeyer paar mL water en meng
Verwarm met kleurloze vlam zonder te koken
Koel de erlenmeyer af
Slide 8 - Tekstslide
Soorten oplossingen
- Onverzadigd
- Verzadigd
- Suspensie
Slide 9 - Tekstslide
Wat gebeurt er met de oplosbaarheid van keukenzout als de temperatuur wordt verlaagd?
A
Deze blijft gelijk
B
Deze wordt hoger
C
Deze wordt lager
Slide 10 - Quizvraag
je lost 5 gram suiker op in 250 ml. wat is de concentratie in g/L
A
20 g/L
B
5 g/L
C
25 g/L
D
10 g/L
Slide 11 - Quizvraag
concentratie zout in zeewater is 37 g/L hoeveel kg zout moet je toevoegen bij 15000 liter water?
A
555 gram
B
555 kg
C
555000 kg
D
250 kg
Slide 12 - Quizvraag
Oplosbaarheid zuurstof bij 80graden: 25,1 mg/kg. In 500g water is 15 mg zuurstof toegevoegd. Wat is deze oplossing?
A
Onverzadigd
B
Verzadigd
Slide 13 - Quizvraag
Ryanne heeft 150 mL verzadigde oplossing van keukenzout gemaakt. Bereken hoeveel keukenzout in 150 mL verzadigde oplossing aanwezig is. (oplosbaarheid zout: 359 g/L)