V3B vendredi 3 septembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Le cours de français du 3 septembre 2021
Aujourd'hui:
Je kent de voca. van apprendre 1, je begrijpt een tekst over reizen
Terugblik, overhoring
Tekst + ex. 6, 7 bespreken
Uitspraak apprendre 2
Herhaling werkwoorden (grammaire I)
Faire devoirs: mk. 8 t/m 10, lr. apprendre 2



Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Au revoir !!

Slide 4 - Tekstslide

Le cours de français du 8 septembre 2021
Aujourd'hui:
Terugblik, Overhoring vocabulaire
Herhaling werkwoorden avoir/être/reg. ww.
Samen ex. 8 nakijken (p. 16/17)
Uitspraak apprendre 4
Les devoirs pour vendredi: faire ex. 8C t/m 11, apprendre 3 et 4
Studiewijzer periode 1 > Teams, lesmateriaal


Slide 5 - Tekstslide

l'esclave
l'ile
la pluie
la montagne
la mer
la forêt
    la pluie
   le soleil

Slide 6 - Sleepvraag

zeker, misschien, zo veel =
A
riche, tant de, surement
B
surement, peut-etre, tant de
C
pauvre, surement, peut-etre
D
surement, tant de, peut-etre

Slide 7 - Quizvraag

ETRE
AVOIR
je suis 
tu as
ik heb
zij hebben
wij zijn
vous êtes
vous avez
zij is
jullie hebben
ils sont
tu es
j'ai
ils ont
nous sommes
jij bent
nous avons
zij zijn 
jij hebt
jullie zijn
elles ont

Slide 8 - Sleepvraag

Le présent des verbes -er 
persoon
uitgang
ik
je
-e
jij
tu
-es
hij/zij
il/elle
-e
wij
nous
-ons
jullie/u
vous
-ez
zij 
ils/elles
-ent

Slide 9 - Tekstslide

Le passé composé (De voltooid tegenwoordige tijd) (met hulpww. avoir)
Ik heb gelopen, wij hebben gegeten, zij hebben gesproken
J'ai marché, nous avons mangé, elles ont parlé

Juiste vorm van het hulpwerkwoord avoir + voltooid deelw.
  • reg. werkwoorden op - er ------> é
  • volt. deelwoord avoir => eu  J'ai eu = Ik heb gehad
  • Être => été                                    J'ai été = Ik ben geweest (!)  

Maar ook : J'ai été! = Ik ben geweest


Slide 10 - Tekstslide

L'imparfait (de o.v.t.)
Être
NL
Je
J'étais 
Ik was
Tu 
Tu étais 
Jij was
Il / Elle / On
Il était
Hij was
Nous 
Nous étions
Wij waren
Vous
Vous étiez 
Jullie waren
Ils / Elles
Elles étaient
Zij waren 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Le cours de français du 10 septembre 2021
Aujourd'hui:
Rétrospective, contrôle voca.
Répéter les verbes grammaire I
Corriger devoirs ex. 8C, 9, 10
Ecouter - prononciation et dialogues ex. 11 et 12
Prononciation apprendre 4


Slide 14 - Tekstslide

Les verbes 

Quiz

Slide 15 - Tekstslide

(être) elles;
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 16 - Quizvraag

(être) nous;
A
avons
B
sommes
C
êtons
D
être

Slide 17 - Quizvraag

De passé composé van être
A
J'ai été
B
Je suis allé
C
J'ai eu

Slide 18 - Quizvraag

Welk hulpwerkwoord voor:
être
A
avoir
B
être

Slide 19 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN vorm van avoir?
A
il a
B
nous allons
C
ils ont
D
j'ai

Slide 21 - Quizvraag

zij heeft gehad (avoir)
=
A
elle est été
B
elle a été
C
elle a fait
D
elle a eu

Slide 22 - Quizvraag

Zij hadden (avoir)
A
Ils vont
B
Ils avaient
C
Il avaient
D
Ils avont

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 24 - Quizvraag

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 25 - Sleepvraag

Corriger les devoirs
exercices 8C, 9 et 10 à la page dix-sept, dix-huit et dix-neuf

Slide 26 - Tekstslide

Ecouter 
exercices 11 et 12



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Les devoirs pour mercredi:
Répéter apprendre 1-3
Apprendre: apprendre 4

Slide 29 - Tekstslide