2 Koning in je hoofd

Titel
Koning in je hoofd
Gedachten
Lesjaar
Mentor uur
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Titel
Koning in je hoofd
Gedachten
Lesjaar
Mentor uur

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens het lezen van deze zin werken je longen aan verse adem. 
Je nieren maken plas.
Of je nou wilt of niet. 
Je hersenen doen ook dingen uit zichzelf. Ze maken namelijk gedachten.
Denk niet aan je ouders
NIET DOEN!

Kan niet. Je hebt 50.000 gedachten
Gedachten

Slide 2 - Tekstslide

Denk maar niet aan je leukste klasgenoot of denk niet aan je ouders. Niet doen.

Stoppen met denken kan niet. 
Iedereen heeft wel tot 50.000 gedachten. Het zijn net wolken ze komen en ze gaan.

Stop met lezen.
Pak pen en papier
Merk de komende minuut op wat je denkt. 
Schrijf alles wat je denkt op.
Stop

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kan heel veel gedachten hebben.
Positief, stom, vies, gek.
Stel: Je vraagt aan een vriend(in) of hij/zij wilt chillen.
Dat wilt hij niet en dat je denkt dat hij boos is. 
Maar misschien heeft hij net ruzie met zijn moeder gehad en is hij daar nog een beetje van overstuur
Kloppen je gedachten?

Slide 4 - Tekstslide

Allemaal gedachten komen en gaan, ook stomme en vieze gedachten.
Soms heb je gedachten die als een groot wolkendek maar niet weg blijken te gaan. 
Dan is het belangrijk om je focus ergens anders op te leggen.
Je gedachten kloppen niet altijd. Soms heb je ergens last van in je lichaam. 
Dan ga je googelen wat voor gekke ziektes je kan hebben en dan maak je dingen heel erg in je hoofd. 
Zo kan het ook zijn dat als je aan een vriend vraagt of hij wilt spelen dat hij het niet wilt en dat je denkt dat hij boos is. Maar misschien heeft hij net ruzie met zijn moeder gehad en is hij daar nog een beetje van overstuur.
Dan kloppen de eerste gedachten die je hersenen maken niet.

Oefening
Denk eens 10x achter elkaar: 
Ik ben heel slecht in Wiskunde. 
Hoe voel je je nu?


Denk eens 10x achter elkaar: 
Ik ben heel goed in wiskunde. 
Hoe voel je je nu?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engel of duivel
Engel
Positief
Ik kan het leren
Ze vinden me wel aardig

Duivel
Negatief
Ik kan het toch niet
Ze vinden me niet aardig

Slide 6 - Tekstslide

De gedachten in je hoofd kunnen je goed of minder goed laten voelen. 
Soms blij en soms verdrietig.
Als je een examen hebt kan je denken: jeetje dit gaat moeilijk worden of je kan denken ik heb mijn best gedaan om alles te leren. 
Je moet met alle 2 de gedachten hetzelfde examen doen, maar bij de laatste gedachten zal je beter scoren.
Je hersenen hebben net als sporters fans en hooligans. Hooligans zeggen: ben je blind ofzo? Het jouw schuld dat je hebt verloren. Het is de schuld van de scheidsrechter. 
Supporters zeggen juist: Je kan het! volhouden! Je doet je best we steunen je. Supporters geven je een beter gevoel dan hooligans.

Gebeurtenis
Ik ben niet uitgenodigd voor het feestje
Gedachte:
Ze vinden me niet aardig
Gevoel:
Verdrietig
Gedrag:
Niet meer met mensen praten
Oefening

Slide 7 - Tekstslide

Lees deze zinnen eens door.
Gebeurtenis
Ik ben niet uitgenodigd voor het feestje
Gedachte:
Ik heb 5 goede vrienden
Gevoel:
Blij
Gedrag:
5 vrienden bellen
Oefening

Slide 8 - Tekstslide

Lees ook deze zinnen eens door
Oefening
Gebeurtenis
Gedachte
Gevoel
Gedrag
Duivel
Engel

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk een situatie waarin de duivel of hooligan aan het praten was. 
Bijvoorbeeld je moet een moeilijke toets maken. 
Wat zei de duivel of hooligan toen? 

Wat zou de Engel of supporter denken?
Door elke keer te herhalen wat je supporter zou denken, ga je je beter voelen en meer gedrag laten zien wat je wilt laten zien.
Thuis challange
Schrijf elke dag een gedachte op van een Duivel.
Heb je een Duivel-gedachten gevonden?
Bedenk dan wat je Engel zou kunnen denken. En schrijf dan die gedachten op. Elke keer als de duivel in je hoofd opkomt, zeg dan de Engel gedachten tegen jezelf.
Je kan het ook samen met je vriend(in) of ouder bedenken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thuis challenge 2
Als je een groot donker wolkenveld hebt met gedachten van een Duivel die maar niet weg gaan. 
Schrijf ze op papier en gooi ze weg.
Dan is er een grote kans dat ze niet meer in je hoofd hebt.
Maar je moet het wel echt op papier doen want je tablet of mobiel kan je niet weg gooien.

Slide 11 - Tekstslide

Gedachten die je van je afschrijft, gaan een soort van uit je lichaam. Hierdoor denk je er minder aan.
Wat neem je mee?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag de volgende les hoe het is gegaan met het ombuigen van gedachten.
Docent:

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

test
test
test
test
test
test
Titel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

hoi
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Titel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies