In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Oefenvragen thema 1
Vragen per paragraaf
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 1 Organismen
Leerdoelen:
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt negen levenskenmerken van organismen noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen 'dood' en 'levenloos'?
Slide 3 - Open vraag
Noem de 9 levenskenmerken.
Slide 4 - Open vraag
Wat is een organisme?
Slide 5 - Open vraag
Paragraaf 2
De bouw van een organisme
Leerdoelen:
1.2.1 Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven.
1.2.2 Je kunt tien orgaanstelsels van een mens noemen.
Slide 6 - Tekstslide
Zet de organisatieniveaus op volgorde van klein naar groot
Cel
Organisme
Orgaan
Weefsel
Orgaanstelsel
Slide 7 - Sleepvraag
Bij welk orgaanstelsel hoort het orgaan dat is aangegeven met de letter P?
Slide 8 - Open vraag
Paragraaf 3
Werken met een loep en een microscoop
.
Leerdoelen:
1.3.1 Je kunt werken met een loep en een microscoop.
1.3.2 Je kunt een preparaat maken.
Slide 9 - Tekstslide
Met welk(e) onderdeel (onderdelen) van de microscoop stel je je beeld scherp?
Slide 10 - Open vraag
Het oculair waar Stefano en doorheen kijken tijdens hun les vergroot 5x. Ze kiezen het objectief dat 40x vergroot. Hoeveel vergroot de microscoop nu in totaal?
Slide 11 - Open vraag
Door welk onderdeel van de microscoop valt het licht als eerste?
A
Oculair
B
Tubus
C
Diafragma
D
Tafel
Slide 12 - Quizvraag
Paragraaf 4
Cellen van dieren en planten
Leerdoel:
1.4.1 Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en hun functies.
Slide 13 - Tekstslide
Geef de namen van de genummerde onderdelen.
Slide 14 - Open vraag
Ginger en Akia halen cellen uit de maag van een muis. Ze leggen die onder de microscoop. Ze zien van de cellen duidelijk een celkern, celmembraan en celwand. Ginger zegt dat de cel van de muis is. Akia zegt van niet. Wie heeft er gelijk? Leg je antwoord uit.
Slide 15 - Open vraag
Paragraaf 5
Groei en ontwikkeling bij een mens
Leerdoelen:
1.5.1 Je kent twee soorten groei en ontwikkeling bij een mens.
1.5.2 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden.
Slide 16 - Tekstslide
Gijs kiest voor het eerst zijn eigen kleding uit. Hiervoor deden zijn ouders dit altijd voor hem. Wat voor ontwikkeling is dit?
Slide 17 - Open vraag
Jasper heeft net leren fietsen. In welke levensfase zit hij waarschijnlijk?
Slide 18 - Open vraag
Welke levensfase komt er na 'puber'?
Slide 19 - Open vraag
Paragraaf 6
Biologisch onderzoek
Leerdoelen:
1.6.1 Je kunt een biologisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en beoordelen.
Slide 20 - Tekstslide
Een onderzoek begint altijd met een vraag. Hoe heet dit?
Slide 21 - Open vraag
Alles wat je nodig hebt voor je onderzoek en de stappen waarin je het onderzoek gaat uitvoeren schrijf je in het ....... .
Slide 22 - Open vraag
Als je de resultaten van het onderzoek hebt, wat is dan de laatste stap van het verslag?