Bij NaSk hoort onderzoek doen. En dat betekent PROEFJES doen! Op de volgende bladzijden staan 5 proefjes. Kies er hier 2 van uit, die je thuis wilt gaan doen. Bij de proefjes staat beschreven wat je precies moet doen.
Schrijf kort op wat je gedaan en ontdekt hebt. Het is ook leuk als
je hier foto's van maakt!
Als je op school bent: kijk de proefjes alvast door. Kies er 2 uit en schrijf op wat je hiervoor nodig hebt.
Bedenk alvast wat je denkt dat er gaat gebeuren. Doe daarna de proefjes als je weer thuis bent. Klopte wat je had verwacht ook met wat er gebeurde?
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Proefjes thuis doen
Bij NaSk hoort onderzoek doen. En dat betekent PROEFJES doen! Op de volgende bladzijden staan 5 proefjes. Kies er hier 2 van uit, die je thuis wilt gaan doen. Bij de proefjes staat beschreven wat je precies moet doen.
Schrijf kort op wat je gedaan en ontdekt hebt. Het is ook leuk als
je hier foto's van maakt!
Als je op school bent: kijk de proefjes alvast door. Kies er 2 uit en schrijf op wat je hiervoor nodig hebt.
Bedenk alvast wat je denkt dat er gaat gebeuren. Doe daarna de proefjes als je weer thuis bent. Klopte wat je had verwacht ook met wat er gebeurde?
Slide 1 - Tekstslide
Proef 1: kan je een speld laten drijven?
Wat heb je nodig?
- een glas
- water
- een speld
- een koffiefilter
- een schaar
Vul het glas met water. Probeer heel voorzichtig de speld op het water te laten drijven. Lukt dit?
Kan je de speld op water laten drijven als je het koffiefilter mag gebruiken? Hoe ga je dit doen (de oplossing staat op de volgende bladzijde)
Slide 2 - Tekstslide
Proef 1: kan je een speld laten drijven? - vervolg
Hoe kan je de speld laten drijven?
Knip een stukje uit het koffiefilter. Het moet groot genoeg zijn om de speld op te leggen. Leg het papier in het water en leg de speld er bovenop.
Als je even wacht, zal het papiertje zinken. De speld zal dan blijven drijven.
Aan het eind van deze les staat een filmpje waarin ik dit zelf ook heb geprobeerd. (het lukte mij niet gelijk de eerste keer)
Slide 3 - Tekstslide
Wat heb je bij proef 1 gezien?
Slide 4 - Open vraag
Proef 2: kan je een ei laten drijven?
Wat heb je nodig?
- een glas
- water
- een ei (niet gekookt)
- zout
Vul het glas met water. Leg het ei erin. Wat gebeurt er?
Lukt het om het ei wel te laten drijven? Wat denk je dat je hiervoor moet doen?
Slide 5 - Tekstslide
Proef 2: kan je een ei laten drijven? - vervolg
Doe zoveel mogelijk zout in het water: pas als het zout niet oplost, maar op de bodem blijft liggen, zit er genoeg in.
Leg nu het ei opnieuw in het water. Wat gebeurt er?
Kan je dit uitleggen?
Aan het einde van deze les staat een filmpje waarin ik dit zelf heb gedaan.
Slide 6 - Tekstslide
Wat heb je bij proef 2 gezien?
Slide 7 - Open vraag
Proef 3: kan je een glas water op z'n kop houden? (zonder dat het water er uit valt?)
Wat heb je nodig?
- een glas
- water
- een stuk papier
Lukt het je om een glas te vullen met water en dit daarna op z'n kop te houden, zonder dat het water eruit valt?
Tip: probeer dit in de keuken of buiten. Het gaat weleens mis :)
Slide 8 - Tekstslide
Proef 3: kan je een glas water op z'n kop houden? vervolg
Vul het glas helemaal met water.
Leg er daarna een stuk papier op. Dit moet het glas helemaal bedekken.
Leg je hand bovenop het papier en draai het glas snel om. Haal nu voorzichtig je hand onder het glas vandaan.
Lukt het?
Aan het einde van deze les staat een filmpje waarin ik dit voor doe. Het is niet het eerste filmpje, maar wel de eerste waar het lukte ;)
Slide 9 - Tekstslide
Wat heb je bij proef 3 gezien?
Slide 10 - Open vraag
Proef 4: traagheid
Op de volgende pagina staat een filmpje van een truc die je misschien wel eens gezien hebt: als je snel een tafelkleed wegtrekt, blijft alles wat er op stond gewoon op tafel staan.
Probeer dit zelf ook! Doe dit niet met een tafelkleed en glazen, dan zullen er vast dingen kapot gaan.
Pak een A4-tje (papier). Leg dit op de rand van de tafel. Leg hier iets kleins op (een muntje, een appel, een kleine steen).
Trek nu snel het papiertje weg. Blijft het voorwerp liggen?
Slide 11 - Tekstslide
Proef 4: traagheid - vervolg
Uitleg
Voorwerpen willen eigenlijk helemaal niet van snelheid veranderen: ze zijn traag. Daarom kost het ook moeite om een auto af te remmen of juist sneller te laten bewegen.
Het voorwerp op het papier is ook traag: het wil niet gaan bewegen. Als je het papier snel genoeg wegtrekt, blijft het voorwerp liggen.
Het papier moet wel glad zijn. Als je dit met bijvoorbeeld schuurpapier probeert is het een stuk moeilijker. De kracht op het voorwerp wordt dan groter.
Hoe groot durf je het te maken? Lukt het ook met een pak yoghurt? Of nog groter?
Slide 12 - Tekstslide
Wat heb je bij proef 4 gezien?
Slide 13 - Open vraag
Wat valt er sneller op de grond? Een kilo veren of een kilo lood? Waarschijnlijk zeg je een kilo lood.
Dat klopt: de veren en het lood wegen allebei een kilo. Toch valt het lood sneller. Dit komt doordat de lucht de veren meer afremt: we noemen dit luchtweerstand.
Neem een velletje papier. Laat het vallen: hoe lang duurt het voordat het valt?
- Kan je ervoor zorgen dat het velletje papier sneller valt?
- Kan je ervoor zorgen dat het velletje papier langzamer valt?
Op de volgende pagina staat een filmpje waarin je kan zien wat er gebeurt als iets valt in een ruimte zonder lucht