SE-vragen oefenen (deel 1)

SE-vragen oefenen deel 1
Abstract Expressionisme t/m Op Art
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

SE-vragen oefenen deel 1
Abstract Expressionisme t/m Op Art

Slide 1 - Tekstslide

Pop Art-Claes Oldenburg
Abstract expressionisme
Cobra-Karel Appel
Pop art

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep de teksten en afbeeldingen naar de juiste kant
Wat hoort waar?
Pop-Art
Geen Pop-Art
Warhol
Rembrandt
Abstract Expressionisme
Jaren '60
18e eeuw

Slide 3 - Sleepvraag

POPART
Abstract 
expressionisme
Op Art

Slide 4 - Sleepvraag

Pop art
Abstract expressionisme
Op Art
Zet de juiste plaatjes bij de juiste stroming

Slide 5 - Sleepvraag

Welke kunststroming ontstond in de VS na WOII?
A
Neomodernisme
B
Romantiek
C
Abstract expressionisme
D
Modernisme

Slide 6 - Quizvraag

Wie is de kunstenaar die
je hier aan het werk ziet?
A
Karel Appel
B
Christo
C
Jackson Pollock
D
Andy Warhol

Slide 7 - Quizvraag

In welk eeuw ontstond de schilderkunst van Jackson Pollock?
A
17e eeuw
B
19 eeuw
C
18 eeuw
D
20 eeuw

Slide 8 - Quizvraag

Tot welke kunststroming wordt dit werk gerekend?
A
abstract expressionisme
B
colourfield painting
C
pop art
D
action painting

Slide 9 - Quizvraag

In welke stad wordt de Cobra-groep opgericht?
A
Copenhagen
B
Brussel
C
Parijs
D
Amsterdam

Slide 10 - Quizvraag

Welke kunstenaars worden geassocieerd met het abstract expressionisme?
A
Leonardo da Vinci
B
Jackson Pollock
C
Pablo Picasso
D
Willem de Kooning

Slide 11 - Quizvraag

Wat heeft dit beeld te maken met abstract expressionisme?
A
Lichtenstein wilde ook gevoelens uitdrukken
B
Het was bedoeld als satire
C
Het was bedoeld als eerbetoon
D
Het werk heeft ook een groot formaat

Slide 12 - Quizvraag

Welke saxofonist wordt
"The Bird" genoemd?
A
Charlie Chaplin
B
Charlie Brown
C
Charlie Parker
D
Charlie Sheen

Slide 13 - Quizvraag

de soap
A
Een langlopende tv-serie met dagelijkse afleveringen met veel dramatische gebeurtenissen
B
Onvergetelijk, steeds maar doorgaand
C
Een verslag van een gebeurtenis in het tv journaal of in een krant

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een musical?
A
Een stuk waar ze alle muziek spelen (music al)
B
Een theater stuk waarin ze alleen maar zingen en dansen.
C
Een theater stuk waar naast het spel ook in gezongen en gedanst wordt

Slide 15 - Quizvraag

Waar is Pop art een afkorting van?
A
Popidool
B
Populair
C
Poppen
D
Power

Slide 16 - Quizvraag

Wat is Pop Art?
A
kunst gebaseerd op alledaagse dingen
B
kunst gebaseerd op kindertekeningen
C
kunst gebaseerd op politieke statements
D
kunst gebaseerd op verschillende technieken

Slide 17 - Quizvraag

Bij welke kunststroming behoort dit werk van Lichtenstein?
A
Pop Art
B
Art Nouveau
C
CoBrA
D
Dit is een stripboek

Slide 18 - Quizvraag

Waar is Op-Art een afkorting voor?
A
Optical Art
B
Operative Art
C
Overdreven Art
D
Overstructered art

Slide 19 - Quizvraag

Pop-art is tegelijkertijd ontstaan in:
A
Amerika en Frankrijk
B
Engeland en Amerika
C
Frankrijk en Engeland
D
Amerika en Duitsland

Slide 20 - Quizvraag


Welk kenmerk hoort niet bij Pop-Art?
A
originaliteit
B
herhaling van beelden
C
vergroting van het beeld
D
onpersoonlijkheid

Slide 21 - Quizvraag

Welk gerecht werd populair afgebeeld in de Pop Art?
A
Een bord spaghetti
B
Een blik tomatensoep
C
Een doos pizza
D
Een blik spinazie

Slide 22 - Quizvraag

Wie is een Pop Art kunstenaar?
A
Andy Warhol
B
Johannes Vermeer
C
Pablo Picasso
D
Salvador Dali

Slide 23 - Quizvraag

Waarom behoort dit werk tot de Pop-art?
A
Het is onwijs groot
B
Er ontstaat vervreemding door de 'Blow-up'
C
Het is een onderwerp uit de consumptie maatschappij
D
Er is sprake van een herhaling van vormen.

Slide 24 - Quizvraag

Welke afbeelding is Pop-art?
A
B
C
D

Slide 25 - Quizvraag

Uit welke kunststroming komt dit schilderij?
A
Modern
B
Pop art
C
Renaissance
D
Barok

Slide 26 - Quizvraag

Waarop is pop-art geïnspireerd?
A
Op stripboeken en vliegtuigen.
B
Op Marilyn Monroe.
C
Op conserven en blikken soep van Cambell.
D
Op de allerdaagse werkelijkheid.

Slide 27 - Quizvraag

welk van de onderstaande afbeeldingen behoort niet tot de Pop-art?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Wat is (wat betreft voorstelling) de inspiratie voor pop art?
A
Felle kleuren, uitvergrotingen en herhalingen
B
Manier van schilderen
C
De moderne consumptie maatschappij en amusementsindustrie
D
Het gewone ongewoon maken

Slide 29 - Quizvraag

Je ziet hier een Pop-Art schilderij. Wat zijn de 3 kenmerken van Pop-Art?

A
1. Zwarte omlijning, 2. primaire en secundaire kleuren en 3. puntjes
B
1. Zwarte omlijning, 2, primaire kleuren en 3. cartoonachtige figuren
C
1. Zwarte omlijning, 2. puntjes en 3. strakke lijnen
D
1. Strakke lijnen, 2. secundaire kleuren en 3. puntjes

Slide 30 - Quizvraag

A
Andy Warhol is een belangrijke Popart kunstenaar. Waarom is dit 
werk, wat betreft voorstelling, een typisch voorbeeld van Popart?
A
Je ziet herhalingen en 'blow-up's'
B
Je ziet felle kleuren en herhalingen.
C
Het zijn voorwerpen uit de supermarkt en ze zijn kleurrijk
D
Het onderwerp van dit werk komt uit het dagelijks leven.

Slide 31 - Quizvraag

In welke kunststroming gebruikt men stripboek-afbeeldingen als kunst?
A
Expressionisme
B
Pop art
C
Realisme
D
Romantiek

Slide 32 - Quizvraag

Op welke afbeelding zie je de zeefdruk techniek?
A
B
C
D

Slide 33 - Quizvraag

Welke Pop-art kunstenaar maakte veel gebruik van de zeefdruk techniek?
A
Andy Warhol
B
Roy Lichtenstein
C
Claes Oldenburg
D
Allen Jones

Slide 34 - Quizvraag

Van wie is dit kunstwerk?
A
Claes Oldenburg
B
Robert Rauschenberg
C
Andy Warhol
D
George Segal

Slide 35 - Quizvraag

Waarom behoort dit werk tot de Pop-art?
A
Het is onwijs groot
B
Er ontstaat vervreemding door de 'Blow-up'
C
Het is een onderwerp uit de consumptie maatschappij
D
Er is sprake van een herhaling van vormen.

Slide 36 - Quizvraag

Welke compositie vorm is hier toegepast?
A
Horizontaal
B
Verticaal
C
Statisch
D
Dynamisch

Slide 37 - Quizvraag

welk van de onderstaande afbeeldingen behoort NIET tot de Pop-art?
A
B
C
D

Slide 38 - Quizvraag

In welke kunststroming gebruikt men stripboek-afbeeldingen als kunst?
A
Expressionisme
B
Pop art
C
Realisme
D
Romantiek

Slide 39 - Quizvraag

Welke van onderstaande kunstenaars is geen PopArt kunstenaar?
A
Roy Lichtenstein
B
Andy Warhol
C
Jackson Pollock
D
Richard Hamilton

Slide 40 - Quizvraag