H8.3 zuren en basen deel 2 les 4

H8  Zuren en basen
8.3: zuren en basen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H8  Zuren en basen
8.3: zuren en basen

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • terugblik vorige les
  • Uitleg zuren en basen
  • huiswerk volgende keer

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les
  • leren par 8.3 (blz 124/125)
  • Zuren
  • maken 8.3 opdrachten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9, 11, 12 (blz 105)


Slide 3 - Tekstslide

Bekende zuren
zuren komen voor als:
  • gas  ( waterstofchloride)
  • vloeibaar (zwavelzuur, salpeterzuur, ... )
  • vast (stearinezuur, citroenzuur, ...)

Veel zuren worden verdund gebruikt, opgelost in water. Verdunde zuren zijn minder geconcentreerd.

Slide 4 - Tekstslide

Zuur oplossen in water
waterstofchloride (H Cl):
   H Cl (g)  -->  H+ (aq)   +   Cl- (aq)  

de oplossing heet zoutzuur { = H+ (aq) + Cl- (aq) }

het H+ -ion maakt de oplossing zuur !

Slide 5 - Tekstslide

Zuur oplossen in water
salpeterzuur (H NO3):
   H NO3 (l) -->  H+ (aq) + NO3- (aq) 
zwavelzuur (H2 SO4):
   H2 SO4 (l)  -->  2 H+ (aq)   +   SO42- (aq)  
azijnzuur (H Ac):
   H Ac (l) --> H+ (aq) + Ac- (aq) 

Slide 6 - Tekstslide

Zuur oplossen in water
koolzuur (CO2 oplost in water)
   CO2 (aq)  +  H2O (l) -->  2 H+ (aq) + CO32- (aq) 

koolzuur zit in frisdrank = zure oplossing

Slide 7 - Tekstslide

pH en H+ - ionen
  • pH geeft aan hoe zuur een oplossing is

  • over hoeveel H+ -ionen zijn opgelost (in 1 liter water)

  • dus iets over de concentratie H+ in de oplossing

Slide 8 - Tekstslide

pH en H+ - ionen
  • Als de oplossing lager wordt in pH wordt de concentratie H+ -ionen groter
  • Als de pH één lager is, is de oplossing                             10 x zo zuur (logaritmische schaal)
  • een oplossing pH 3 is 1000 x zo zuur als een oplossing van pH 6:  10 x 10 x10 = 1000 x


Slide 9 - Tekstslide

lesdoel
  • weten welke bekende basische oplossingen er zijn
  • weten welke basische ionen er zijn

Slide 10 - Tekstslide

Bekende basische oplossingen
basen komen voor als:
gas  ( ammoniak), vast (natriumhydroxide, kaliumhydroxide,.)
Veel basen komen voor als oplossing in water.
  • Natronloog = natriumhydroxide opgelost in water
         Na+ (aq)   +   OH- (aq)
  • Ammonia  =  ammoniak opgelost in water
                      NH3+ (aq)

Slide 11 - Tekstslide

Basische ionen
basische ionen, kunnen een H+ opnemen, maken de oplossing basisch !
  • CO32- (carbonaat-ion)
  • OH-     (hydroxide-ion)
  • O2-     (oxide-ion)

Slide 12 - Tekstslide

Basische ionen
als één van de basische ionen in een zout voorkomt is het een base.
Natriumcarbonaat  (Na+)CO32-   want  CO32- aanwezig
Calciumhydroxide  Ca2+ (OH-)2   want OH-  aanwezig
ijzeroxide             Fe2+ O2-          want  O2-  aanwezig
NH3 (moleculair) kan H+ opnemen dus base

Slide 13 - Tekstslide

welk ion maakt de oplossing zuur?
A
2- CO 3
B
+ H
C
_ OH
D
2- O

Slide 14 - Quizvraag

welk ion maakt de oplossing basisch?
A
2- CO 3
B
+ H
C
_ OH
D
2- O

Slide 15 - Quizvraag


is een
H2SO4
A
Zuur
B
Base
C

Slide 16 - Quizvraag


is een
Mg CO3
A
Zuur
B
Base
C

Slide 17 - Quizvraag


is een
NH3
A
Zuur
B
Base
C

Slide 18 - Quizvraag

lesdoel gehaald?
  • weten welke bekende basische oplossingen er zijn
  • weten welke basische ionen er zijn

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
  • leren par 8.3 (blz 126)
  • maken 8.3 opdrachten 13 t/m 17  (blz 105)

Slide 20 - Tekstslide