5.4 theorie A + B

Vorige week: Expontiële functie
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Vorige week: Expontiële functie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: Expontiële groei

- Je kan exponentiële groei herkennen
- Je kan de groeifactor bepalen uit procentuele groei
5.4 theorie A
68 + 69

Slide 2 - Tekstslide

De uitvinder van het schaakspel 
Mocht van de koning zijn eigen beloning kiezen. De uitvinder zei:

“Ik wil graag één rijstkorrel op het eerste vakje van het schaakbord, twee op het tweede, vier op het derde, acht op het vierde enzovoort tot en met vakje 64.”

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel rijstkorrels liggen
er op vakje 5? en op vakje 64?

Klaar? Lees theorie A op p.44

Slide 4 - Open vraag

Expontiële groei: 
N=bgt

Slide 5 - Tekstslide

|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|

Slide 6 - Tekstslide

Klaar? Lees theorie A op p.44 + maak 68
Lineaire groei
exponentiële groei
Nieuwe aantal besmettingen COVID
banksaldo door
maandelijks salaris
banksaldo door jaarlijkse rente
aantal minuten verstreken in deze les

Slide 7 - Sleepvraag

Theorie A: groeifactor
Stel er staat €20.000 op mijn spaarrekening bij ING. Ik ontvang daar 1% rente per jaar over. 
a) Hoeveel geld staat er na een jaar op mijn rekening?
b) Wat is de groeifactor g?

c) Stel de formule op voor het bedrag B in euro's. Neem de tijd t in jaren met 
     t = 0 op het moment dat er €20.000 op mijn spaarrekening staat.
N=bgt
p.44

Slide 8 - Tekstslide

Maak opgave 68abf. Lever je antwoorden hieronder in.
Klaar? Maak opgave 68cde en 69

Slide 9 - Open vraag

5.4 theorie B
- Je kan groeifactoren en groeipercentages omzetten 
   naar een andere tijdseenheid

Doe je boek dicht
71 t/m 75

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de groeifactor per 25 jaar?


Wat is de groeifactor per jaar?
Hoe zet ik een groeifactor om naar een andere tijdseenheid?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

t
0
20 min
40 min
1 u = 60 min
N
100
10031=300
Groeifactor omzetten naar andere tijdseenheid
Een hoeveelheid groeit exponentieel met beginwaarde 100 en groeifactor 3 per uur. Wat is de groeifactor per 20 minuten?

Slide 14 - Tekstslide

In 1993 waren er 4 nijlpaarden. 25 jaar later zijn dat er 100. Wat is de groeifactor per jaar?
klaar? maak 71 en 72
A
1,001
B
2,236
C
1,137
D
1,057

Slide 15 - Quizvraag

Omzetten tijdseenheid bij groeipercentages

Slide 16 - Tekstslide

Maak opgave 71 en 72

Kijk de opgaven na met een andere kleur

Lever een foto van je nagekeken uitwerkingen in op Magister

klaar? Maak 73 t/m 75

Slide 17 - Tekstslide