Herseninfarct/TIA

Volgende week
CVA


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Volgende week
CVA


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hierna volgen de 2 video's ter voorbereiding van de les van vrijdag 11 maart

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Les 5a - Herseninfarct

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les weet/ken je:
  • de twee verschillende soorten CVA benoemen
  • het verschil tussen een TIA en een herseninfarct
  • wat de behandelingsmogelijkheden zijn bij een herseninfarct
  • hoe je een CVA kan herkennen
  • op welke wijze een CVA wordt gediagnostiseerd
  • de belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van een herseninfarct
  • Waar je op let bij de verpleging van een CVA-patient

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nú al?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij een CVA?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CVA staat voor:
A
centraal vasculair accident
B
cerebro vasculair accident
C
cerebro vasculair accent
D
cerebro vocaal accident

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer een CVA het gevolg is van een afsluiting van een bloedvat spreekt men van een ..... CVA
A
Ischemisch
B
Hemorragisch
C
Inflammatoir
D
Degeneratief

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Vul de zinnen aan. 
De eerste die alle zinnen heeft  aangevuld roept "klaar"!
De rest van de klas krijgt dan nog 30 seconden om de opdracht af te maken.

timer
0:30
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bloeding
(in de acute fase)
Een infarct
(na enkele dagen)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ischemisch CVA (80%)
  • klachten  > 24 uur = CVA 

  • klachten < 24 uur = TIA
(Transient Ischaemic Attack)

Behandeling herseninfarct:
Trombolyse binnen 3 uur
(evt. binnen 4,5 uur m.b.v. trombectomie)



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Cardio)vasculaire risico's
  • Risicofactoren atherosclerose: Leeftijd, geslacht, diabetes, roken, alcohol, cholesterol, erfelijkheid, bloeddruk, stress, overgewicht, etc.

Slide 25 - Tekstslide

Atherosclerose is een belangrijke veroorzaker van cardiovasculaire aandoeningen; door de risicofactoren van atherosclerose te behandelen kunnen cardiovasculaire aandoeningen deels worden voorkomen en/of worden vertraagd.

Identificatie, diagnostiek, behandeling en follow-up vormen de belangrijkste pijlers van cardiovasculair risicomanagement.

Evenals leefstijladvisering en begeleiding bij patiënten met een verhoogd risico op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten.
Let op!
Twee bijzondere groepen hebben twee keer zoveel kans op het krijgen van een CVA, ook op langere termijn:

- Migrainepatiënten
- (ongevaccineerde) SarsCov-2 patiënten.

 (verschil met vaccinatie nog niet duidelijk, volgt binnen 2 jaar)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet/ken je nu:
  • de twee verschillende soorten CVA benoemen?
  • het verschil tussen een TIA en een herseninfarct?
  • wat de behandelingsmogelijkheden zijn bij een herseninfarct?
  • hoe je een CVA kan herkennen?
  • op welke wijze een CVA wordt gediagnostiseerd?
  • de belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van een herseninfarct?
  • de verschillende begrippen voor neurologische  verschijnselen?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies