2.4

Je kunt het strafproces beschrijven en de actoren benoemen die bij de stappen betrokken zijn.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Je kunt het strafproces beschrijven en de actoren benoemen die bij de stappen betrokken zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De Europese Unie en de lidstaten treden uit solidariteit gezamenlijk op indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een door de mens veroorzaakte ramp.
A
Verdrag
B
Wet
C
Jurisprudentie
D
Gewoonterecht

Slide 3 - Quizvraag

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering van een creditcard. Het Hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken. Deze straf komt overeen met een eerdere uitspraak van de rechtbank in een andere zaak.
A
Verdrag
B
Wet
C
Jurisprudentie
D
Gewoonterecht

Slide 4 - Quizvraag

Mishandeling wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
A
Verdrag
B
Wet
C
Jurisprudentie
D
Gewoonterecht

Slide 5 - Quizvraag

Een bedrijf dat al jarenlang zijn werknemers 100 procent loon doorbetaalt tijdens ziekte mag dat niet opeens verminderen naar het wettelijke minimum van 70 procent.
A
Verdrag
B
Wet
C
Jurisprudentie
D
Gewoonterecht

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht rechtszaak

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Opdracht bespreken

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Waarom straffen we?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide


Het Wetboek van Strafrecht...
A
beschrijft strafbare gedragingen.
B
geeft regels voor het strafproces.
C
vormt formeel recht.
D
hoort bij privaatrecht,

Slide 14 - Quizvraag

Rechtszaken in Hoger Beroep worden behandeld door:
A
Het Gerechtshof
B
De meervoudige kamer
C
De Hoge Raad
D
Het Openbaar Ministerie

Slide 15 - Quizvraag

Wie kunnen er in Hoger Beroep gaan?
A
Alleen de verdachte
B
Alleen de verdachte en het slachtoffer
C
Alleen de verdachte en het OM
D
De verdachte, het slachtoffer en het OM

Slide 16 - Quizvraag

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Als de burger het niet eens is met een uitspraak van de rechter kan hij in Cassatie gaan bij de Hoge Raad

2) Bij het Hoger Beroep wordt de gehele rechtszaak over gedaan
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk
Volgorde van een rechtszaak

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

timer
2:00

Slide 25 - Tekstslide

Casus: Rotterdam, de cocaïnepoort van Europa

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Aan de slag!
Form staat op Teams bij opdrachten
Individueel inleveren

Slide 28 - Tekstslide