Herhaling Spelling cursus 7 2b/k/t

Herhaling Spelling
Cursus 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Spelling
Cursus 7

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
lente
B
Lente

Slide 2 - Quizvraag

Hoofdletter of een hoofdletter?
A
Ameland
B
ameland

Slide 3 - Quizvraag

Hoofdletters:
waar staan de hoofdletters goed?
A
Ik ken stef Van leeuwen.
B
Ik ken Stef van Leeuwen.
C
ik ken stef van Leeuwen.
D
ik ken Stef Van leeuwen.

Slide 4 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Gucci
B
gucci

Slide 5 - Quizvraag

Hoofdletters.
Wanneer gebruik je geen hoofdletter?
A
aan het begin van de zin
B
bij namen van mensen, gebouwen en merken
C
bij namen van straten, rivieren en landen
D
bij namen van de week, maanden en windrichtingen

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Achtstegroepers Huilen Niet
B
Achtstegroepers huilen niet

Slide 7 - Quizvraag

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van leestekens?
A
a -e -i -o- u
B
. - , - ! - ?
C
hoofdletters

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn leestekens?
A
Alle tekens in een tekst
B
Alle letters in een tekst
C
Alle cijfers in een tekst
D
Leestekens bestaan niet

Slide 10 - Quizvraag

Wat is niet waar over leestekens?
A
Je mag er soms twee achter elkaar gebruiken.
B
Ze zorgen ervoor dat je een tekst makkelijker kan lezen.

Slide 11 - Quizvraag

Leestekens. Welke zin heeft alle leestekens goed?
A
Ga jij smorgens nog naar de supermarkt?
B
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt.
C
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt?
D
Ga jij s' morgens nog naar de supermarkt?

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van machine?
A
machine
B
machientjes
C
machines
D
machine's

Slide 13 - Quizvraag

Meervoud
Wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van café?
A
cafées
B
cafees
C
cafés
D
café 's

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
haar?
A
haren
B
haaren

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het meervoud van garage?
A
garages
B
garage's

Slide 17 - Quizvraag

met een t of d?
Verkeersbor_

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
paard
B
paart

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
hart
B
hard

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
kwasd
B
kwast

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
taard
B
taart

Slide 22 - Quizvraag