Aan het einde van de les ...
... kan ik de persoonsvorm in minimaal vijf zinnen benoemen.
... kan ik minimaal vier zinnen op de juiste manier in zinsdelen verdelen.
... kan ik het onderwerp in minimaal vijf zinnen benoemen.
... kan ik achter iedere zin het gezegde noteren.
... kan ik uitleggen wat het verschil is tussen een "normaal" gezegde en een gezegde met splitsbare werkwoorden.