3.3 de reformatie memo

kritiek van Luther op de kerk, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  4. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

kritiek van Luther op de kerk, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  4. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lutheranisme:
1.  in de hemel door oprecht geloof en berouw
2. vorst is hoofd van de kerk en verzet is niet toegestaan
3. geen celibaat
4. bijbel is basis van het geloof
5. doop, biecht en eucharistie
6. geen heiligenverering
Calvinisme:
1. predestinatieleer (God heeft bepaald wie in de hemel komt)
2. geen kerkhoofd, verzet tegen een vorst is mogelijk
3. geestelijken mogen trouwen
4. bijbel is basis geloof
5. doop en avondmaal
6. heiligenverering is afgoderij

Slide 3 - Tekstslide

reactie katholieke kerk op Hervorming
  • Concilie van Trente (1545-1563):
  • 1.  aflaatbrieven verboden
  • 2. celibaat herbevestigd
  • 3. heiligenverering bleef
  • 4. priesteropleiding verbeterd
  • 5. inquisitie pakt ketters aan

Slide 4 - Tekstslide

               inquisitie

Slide 5 - Tekstslide

kerkelijke rechtbank

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  1. RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  2. Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen en executies, ook van protestantse zijde zie: martelaren van Gorcum (1572)

Slide 7 - Tekstslide

geuzenleider Lumey
rk geestelijken uit Gorcum worden opgehangen in Brielle (1572)

Slide 8 - Tekstslide

bedevaartskerk 
in Den Briel

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  1. RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  2. Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen
  3. sommige landen bleven (overwegend) katholiek, andere protestant.
  4. Het Duitse Rijk versnipperde: de plaatselijke vorst bepaalde het geloof van zijn onderdanen (1555: Vrede van Augsburg)
  5. Frankrijk/Oostenrijk/Italië bleven katholiek
  6. Scandinavische landen werden lutheraans
  7. Noordelijke Nederlanden werden calvinistisch (> 80-jarige Oorlog)
  8. Engeland werd Anglicaans (Hendrik VIII)

Slide 10 - Tekstslide


Slide 11 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 12 - Tekstslide

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 13 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 14 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 15 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 19 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

interieur Dom van Freising
Interieur protestantse kerk

Slide 23 - Tekstslide