5.3 De Reformatie

5.3 De Reformatie: kritiek van Luther, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  4. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

5.3 De Reformatie: kritiek van Luther, 95 stellingen (1517):

  1. aflaathandel ("bedrog")
  2. heiligenverering ("afgoderij")
  3. sacramenten ("alleen doop, avondmaal en biecht")
  4. onaantastbaarheid van de paus ("slechts God kan vergiffenis schenken")

Slide 1 - Tekstslide

noem de in jouw ogen belangrijkste karaktertrek van 'de Nederlander'

Slide 2 - Woordweb

Johannes Calvijn
  • 1509 - 1564
  • Franse kerkhervormer

  • vestigde zich in Genève
  • predestinatieleer
  • nadruk op eenvoud en soberheid
  • consitorie (kerkelijke rechtbank)
  • 4 kerkelijke ambten: doctoren, predikanten, ouderlingen en diakenen
  • veel volgelingen in Nederland

Slide 3 - Tekstslide

Lutheranisme:
1.  in de hemel door oprecht geloof en berouw
2. vorst is hoofd van de kerk en verzet is niet toegestaan
3. doop, biecht, avondmaal
Overeenstemming over:
4. afwijzen celibaat
5. bijbel is basis van het geloof
6. geen heiligenverering
Calvinisme:
1. predestinatieleer (God heeft bepaald wie in de hemel komt)
2. geen kerkhoofd, verzet tegen een vorst is mogelijk (vanuit de elite!!)
3. geen biecht, wel doop/avondmaal

Slide 4 - Tekstslide

reactie katholieke kerk op Hervorming
  • Concilie van Trente (1545-1563):
  • 1.  aflaatbrief verboden, aflaat bleef geloofswaarheid
  • 2. celibaat herbevestigd
  • 3. heiligenverering bleef
  • 4. priesteropleiding verbeterd
  • 5. bisschop moet theoloog zijn
  • 6. inquisitie pakt ketters aan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

inquisitie

Slide 7 - Tekstslide

kerkelijke rechtbank

Slide 8 - Tekstslide

spotpenning nav concilie van Trente
  • dubbelportret
  • links: de paus met tiara
  • rechts: de paus als nar
  • boven de paus: 666
  • = Getal van het Beest >
  • boodschap:
  • Paus is de antichrist

Slide 9 - Tekstslide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 10 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  1. RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  2. Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen en executies, ook van protestantse zijde zie: martelaren van Gorcum (1572)

Slide 11 - Tekstslide

geuzenleider Lumey
rk geestelijken uit Gorcum worden opgehangen in Brielle (1572)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

bedevaartskerk 
in Den Briel

Slide 14 - Tekstslide

relieken martelaren o.a. in Sint-Nicolaaskerk in Brussel

Slide 15 - Tekstslide

Gevolgen Hervorming/Reformatie:
  1. RK kerk viel uiteen, protestantse kerken scheidden zich af, 
  2. Veel (godsdienst-)strijd/-oorlogen
  3. sommige landen bleven (overwegend) katholiek, andere protestant.
  4. Het Duitse Rijk versnipperde: de plaatselijke vorst bepaalde het geloof van zijn onderdanen (1555: Vrede van Augsburg)
  5. Frankrijk/Oostenrijk/Italië bleven katholiek
  6. Scandinavische landen werden lutheraans
  7. Noordelijke Nederlanden werden calvinistisch (> 80-jarige Oorlog)
  8. Engeland werd Anglicaans (Hendrik VIII)

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Tekstslide

Maak aan de hand van drie beeldelementen duidelijk wat het standpunt van de kunstenaar is inzake de Reformatie

Slide 18 - Open vraag

'de zielenvisserij' - Van der Venne, 1614

Slide 19 - Tekstslide

Video
Histoclip: Luther en de Hervorming

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

korte terugblik n.a.v. cartoon

Slide 22 - Tekstslide

Leg met twee beeldelementen uit wat de cartoonist heeft willen zeggen met deze prent
Toelichting:
1. Op de linkerprent is Jezus te zien die, volgens één van de verhalen in de bijbel, in woede ontsteekt als hij ziet dat in de tempel producten worden verhandeld.
2. op de rechterprent is de paus bezig aflaatbrieven te ondertekenen. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

andere spotprent:

Slide 25 - Tekstslide

Leg met twee beeldelelementen uit wat de cartoonist met deze prent heeft wilen zeggen

Slide 26 - Tekstslide


Slide 27 - Open vraag

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 28 - Tekstslide

interieur Dom van Freising
Interieur protestantse kerk

Slide 29 - Tekstslide

'religieuze landkaart' na Reformatie:
  • In Engeland: Hendrik VIII sticht Anglicaanse Kerk (1534)
  • In het Duitse Rijk bepalen de vorsten het geloof van onderdanen (1555)
  • Frankrijk, Spanje en Oostenrijk bleven katholiek
  • Scandinavische landen werden (overwegend) Lutheraans
  • De Noordelijke Nederlanden werden calvinistisch na oorlog (1586-1648)


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 34 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 35 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 36 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 37 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?

1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.

2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen van de Kerk en de geestelijken.

Op welke manier kwam de Kerk aan haar rijkdommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met Kerk en gaven geld.

Slide 39 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 40 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video