Les 28 Maw V4 3.5 deel 1

Programma
  1. Herhalingsvragen (5 min.)
  2. 3.5 Institutionalisering: uitleg met vragen en filmpjes (20 min.)
  3. 3.5 Institutionalisering: opdracht 23 maken en bespreken (15 min.)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  1. Herhalingsvragen (5 min.)
  2. 3.5 Institutionalisering: uitleg met vragen en filmpjes (20 min.)
  3. 3.5 Institutionalisering: opdracht 23 maken en bespreken (15 min.)

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsvraag 1: Wat is een sociale institutie? (1 min.)

Slide 2 - Open vraag

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 3 - Tekstslide

Herhalingsvraag 2: Welke zes dimensies van Hofstede zijn er? (2 min.)

Slide 4 - Open vraag

Debat: 3x10 min.
 Alleen bij de vrije ronde mag je elkaar in de rede vallen.


10 min. per debat (tijdbewaker (1 buiten debaters) aanwijzen):

1 min. opzetbeurt voorstanders (pers V1)
1 min. opzetbeurt tegenstanders (pers T1)
4 min. Vrije ronde (V2, V3, T2, T3)
1 min. conclusiebeurt voorstanders (pers V4)
1 min. conclusiebeurt tegenstanders (pers T4)
2 min. Nabespreking door middel van jury (3 buiten debaters)

Slide 5 - Tekstslide

3.5 Institutionalisering

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat institutionalisering en globalisering is en kunt deze kernconcepten herkennen in een bron.​
  • Je kunt m.b.v. institutionalisering en globalisering verklaren wat in een bron wordt beschreven;​
  • Je weet wat instituties zijn en kunt deze herkennen in een bron;​
  • Je weet wat een verzuilde samenleving, een kostwinnersgezin en een bevelshuishouding is en kunt deze herkennen in een bron.
  • Je kent het verschil tussen een institutie en een organisatie en kunt deze in een bron herkennen.​












Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 8 - Tekstslide

Leg met behulp van de definitie van institutionalisering (Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd worden in standaard gedragspatronen.) uit dat het invoeren van een sociale zekerheidsstelsel (systeem van uitkeringen voor mensen zonder werk) een vorm is van institutionaliseren van solidariteit (de bereidheid om risico's met elkaar te delen). (5 min.)

Slide 9 - Open vraag

Instituties en Organisaties
Instituties: gaan niet alleen over de vraag 'hoe', maar ook 'waartoe'. Hebben géén adres.
Bijv. Parlementaire democratie, Voortgezet Onderwijs, Sociale Zekerheid

Organisaties/instituten: verbanden tussen mensen die een gemeenschappelijk doel nastreven zoals winst maken (bedrijven) of het beschermen van waarden (zoals politieke partijen). Hebben wel adres.
Bijv. Tweede Kamer der Staten Generaal, Thomas a Kempis, UWV


Slide 10 - Tekstslide

Geef een organisatie bij de volgende instituties: 1. De Rechtsstaat; 2. De Overheid; 3. Het basisonderwijs (2 min.)

Slide 11 - Open vraag

Geef een institutie bij de volgende organisaties: 1. De KNVB; 2. Basiliek Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming Zwolle; 3. Politiebureau Koggelaan (2 min.)

Slide 12 - Open vraag

Leerdoelen
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zorgde verzuiling voor conflicten of juist niet? Leg je antwoord uit? (2 min.)

Slide 16 - Open vraag

Pacificatiepolitiek: politiek waarbij, ondanks grote tegenstellingen tussen de verschillende maatschappelijke zuilen, uiteindelijk een consensus wordt bereikt.
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 23
Maak 3.5 Opdracht 23 (blz 67)

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan de vier hypothesen over de invloed van media op mensen, toegepast in relatie tot criminaliteit, noemen, uitleggen, herkennen en toepassen op een bron.
  • Ik verschillende manieren noemen om criminaliteit te meten en aangeven wat hier de beperkingen van zijn.  










Slide 20 - Tekstslide

Check-uit: wat is je bijgebleven van deze les?

Slide 21 - Woordweb