H4.3

Welkom
4 MAVO ||  2021-2022

Hoofdstuk 4 - Aan het werk!
Exameneenheid arbeid en productie

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
4 MAVO ||  2021-2022

Hoofdstuk 4 - Aan het werk!
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Nakijken
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken t/m 17

Slide 3 - Tekstslide

Hoe heb je je huiswerk gemaakt?
A
B
C

Slide 4 - Quizvraag

Lesdoelen
Aan het einde van de les
kun je beschrijven wanneer er werkgelegenheid is
Kun je benoemen in welke sectoren je kunt werken
Kun je beschrijven hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Concurrentiepositie en robotisering
  • De concurrentiepositie van een bedrijf geeft aan in hoeverre dat bedrijf in staat is te concurreren met andere bedrijven. Als hun concurrentiepositie verbetert, verkopen bedrijven meer en neemt de productie toe.

  • Daardoor stijgt de werkgelegenheid.

  • Die bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.




Slide 8 - Tekstslide

De arbeidsmarkt
'Die bestaat uit alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.'

De arbeidsmarkt is het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.

Slide 9 - Tekstslide

Productiesectoren
In onze samenleving vinden arbeid en productie plaats in de volgende vier productiesectoren:
  1. Primaire sector: Landbouw, visserij en delfstoffenwinning
  2. Secundaire sector: Industrie, bouw en ambachten
  3. Tertiaire sector: Commerciële dienstverlening
  4. Quartaire sector: Niet-commerciële dienstverlening





Slide 10 - Tekstslide

De vraag naar arbeid
  • De vraag naar arbeid komt van de werkgevers.
  • De vraag naar arbeid is hetzelfde als de werkgelegenheid: alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.
  • De werkgelegenheid neemt toe als bedrijven meer producten verkopen.


Slide 11 - Tekstslide

Aanbod van arbeid
Het aanbod van arbeid is hetzelfde als de beroepsbevolking.
Dat is iedereen van 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid als het aanbod groter is dan de vraag naar arbeid?

Slide 14 - Open vraag

Aanbod > vraag
Er zoeken meer mensen werk (aanbod van werk) dan er vacatures zijn (vraag naar werk).

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer ben je werkloos?
Je moet geregistreerd staan bij het UWV
Geen betaald werk voor twaalf uur of meer hebben
Op zoek zijn naar een baan voor 12 uur of meer


Slide 16 - Tekstslide

Formele sector
Werken in de formele sector betekent dat je met je werk geld verdient waarover je belasting en premies betaalt. 
Dat heet ook wit werk.


Slide 17 - Tekstslide

Informele sector
Werken in de informele sector is werk dat niet wordt geregistreerd.
Hierbij hoort vrijwilligerswerk of werk in je eigen huishouden. 
Dit soort onbetaald werk is toegestaan en heet ook wel grijs werk.


Slide 18 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
  • Er is veel vraag naar producten
  • Bedrijven hebben extra personeel nodig (werkgelegenheid stijgt)
  • Bedrijven komen bijna niet aan personeel
  • Bedrijven lokken personeel door bijvoorbeeld hoge salarissen

  • Oftewel werkgevers kunnen bijna geen mensen vinden. Werknemers kunnen ‘werken waar ze willen’



Slide 19 - Tekstslide

Maar!
Hoge salarissen moeten betaald worden!
Deze worden opgenomen in de kostprijs. 
 Het maken van 1 product wordt duurder want hoger salaris

Producten worden duurder!


Slide 20 - Tekstslide

Buitenland vindt dat Nederlandse producten te duur worden
Buitenland gaat dus niks meer of minder in Nederland kopen
Internationale concurrentiepositie verslechtert!

Als niemand iets koopt?


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Ruime arbeidsmarkt
Werkgevers hebben keuze uit heel veel mensen!

Er is dus sprake van:
Een groter aanbod van arbeid dan vraag
naar arbeid


Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maken t/m opdracht 28
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd

Slide 24 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je beschrijven wanneer er werkgelegenheid is

Slide 25 - Open vraag