Laatste les voor toets

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten les
05 min
LessonUp vragen 
20 min
Zelfstandig leren en ruimte voor vragen
20 min
LessonUp vragen
20 min
Lesafsluiting
05 min
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten les
05 min
LessonUp vragen 
20 min
Zelfstandig leren en ruimte voor vragen
20 min
LessonUp vragen
20 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 1 - Tekstslide

Planning tot aan toets 3nsk11:
Dag:
Datum:

Onderwerp:
Maandag
22 april
Paragraaf 5.4 deel 2
Woensdag
24 april
Les over weerstanden
Maandag
13 mei
Herhalingsles H5
Za t/m zo
30 apr - 12 mei
VAKANTIE
Woensdag
15 mei
TOETS H5 Par 1 t/m 4 + Weerstanden

Slide 2 - Tekstslide

Planning tot aan toets 3nsk14:
Dag:
Datum:

Onderwerp:
Dinsdag
23 april
Herhalingsles H5
Woensdag
24 april
Herhalingsles H5
ZA t/m ZO
30 apr - 12 mei
VAKANTIE
Dinsdag
14 mei
Herhalingsles
Woensdag
15 mei
TOETS H5 Par 1 t/m 4 + Weerstanden

Slide 3 - Tekstslide

Geef de waarden van de weerstanden.

Gebruik BINAS-tabel 13
Kleurcodes van weerstanden
Weerstand 1 =...ohm; Weerstand 2 =...ohm.

Slide 4 - Open vraag

De capaciteit van telefoon C is 2800 mAh.

Hij staat 9 uur aan.

Bereken de stroomsterkte door telefoon C in mA.

Slide 5 - Open vraag

De capaciteit van telefoon C is 2800 mAh.
Hij staat 9 uur aan.
Bereken de stroomsterkte door telefoon C in mA.


Gegeven:                C = 2800 mAh,  t = 9 h
Gevraagd:              I = ?
Formule:                 C = I x t       -->        I = C : t
Berekening:           I = 2800 : 9 = 311,11
Antwoord:              I = 311 mA

Slide 6 - Tekstslide

Als een elektromotor (48 V) op vol vermogen werkt, loopt er een stroom van 128 A.
Bereken het vermogen van de elektromotor.

Slide 7 - Open vraag

Als een elektromotor (48 V) op vol vermogen werkt, loopt er een stroom van 128 A.
Bereken het vermogen van de elektromotor.
  • Gegeven:      U = 48 V,    I = 128 A
  • Gevraagd:     P = ?
  • Formule:        P = U x I
  • Berekening:  P = 48 x 128 = 6144 
  • Antwoord:     P = 6144 W= 6,1 kW

Slide 8 - Tekstslide

Wat kost het energiegebruik?
Het energiegebruik van een apparaat is 0,5 kWh en 1 kWh kost 50 cent

Slide 9 - Open vraag

Daniël heeft apparaten en lampen aanstaan met een totaal vermogen van 0,6 kW.
Gemiddeld gebruikt hij ze elke dag 2 uur lang.
Bereken het energiegebruik van Daniël voor een heel jaar.

Slide 10 - Open vraag

Daniël heeft apparaten en lampen aanstaan met een totaal vermogen van 0,6 kW.
Gemiddeld gebruikt hij ze elke dag 2 uur lang.
Bereken het energiegebruik van Daniël voor een heel jaar. 

Gegeven:                P = 0,6 kW; t = 365 x 2 h = 730 h
Gevraagd:              E = ?
Formule:                 E = P x t
Berekening:           E = 0,6 x 730 = 438
Antwoord:              E = 438 kWh

Slide 11 - Tekstslide

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats in de meterkast.
Zekering
Aardlekschakelaar
kWh-meter
groepenkast

Slide 12 - Sleepvraag

Zelfstandig leren
Ga leren voor de toets op een manier die jij prettig vindt: (Samenvatting, Oefentoets, Gemengde Opgaves, Vragen opnieuw maken, Begrippenlijst, Filmjes kijken enz.)
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Vul de juiste waarden in. Er staan er 2 teveel.
Een gloeilamp heeft een rendement van 10%.

Dan verlies je ______% en wordt _____% nuttig gebruikt.

100
90
10
50

Slide 14 - Sleepvraag

In een kampvuur zet je chemische energie om in 
 

De motor in een benzine-auto zet chemische energie om in 
 

Een lamp zet elektrische energie om in 
 

warmte
bewegingsenergie
elektrische energie

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de namen naar de juiste kleur draad.
groen/
geel
blauw
zwart
Bruin
Schakeldraad
Nuldraad
Fasedraad
Aardedraad

Slide 16 - Sleepvraag

WAAR
NIET WAAR
Binnen een groep van de huisinstallatie staan alle apparaten in serie geschakeld. 
De aardlekschakelaar vergelijkt de stroomsterkte in de fasedraad met de stroomsterkte in de nuldraad.
Bij overbelasting wordt de spanning enorm groot.

Slide 17 - Sleepvraag

Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 W. Er wordt 700 W gebruikt voor het verwarmen van het water. Wat is het rendement van de waterkoker?

Slide 18 - Open vraag

Een waterkoker heeft een vermogen van 1200 W. Er wordt 700 W gebruikt voor het verwarmen van het water. Wat is het rendement van de waterkoker?

Gegeven:                Pop = 1200 W,        Paf = 700 W
Gevraagd:              Rendement = ?
Formule:                 Rendement = Paf : Pop   x 100%
Berekening:           Rendement = (700 : 1200) x 100% = 58,33
Antwoord:              Rendement = 58,3 %

Slide 19 - Tekstslide