319AH wonen en huishouden: wasmiddelen

Hoe zit het ook alweer met de wassymbolen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe zit het ook alweer met de wassymbolen?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wasmiddelen
inweek of voorwasmiddel: bij erg vuil wasgoed
bevat veel enzymen om het vuil los te weken

Slide 3 - Tekstslide

wasmiddelen
hoofdwasmiddel of totaalwasmiddel: bevat enzymen en detergent
geschikt voor bijv. handdoeken, lakens
niet geschikt voor de donkere was deze verbleekt

Slide 4 - Tekstslide

wasmiddelen
bontwasmiddel: voor de bonte of gekleurde was
beschermd de kleuren

Slide 5 - Tekstslide

wasmiddelen
fijnwasmiddel bevat geen enzymen
geschikt voor kleding
niet geschikt bij veel vuil

Slide 6 - Tekstslide

wasmiddelen
wolwasmiddel: wolle kleding krimpt bij een gewoon wasmiddel
gebruik een wolwasmiddel om dit te voorkomen

Slide 7 - Tekstslide

vorm van het wasmiddel
poedervorm of vloeibaar
geen verschil het gaat om persoonlijke voorkeur

Slide 8 - Tekstslide

wasmiddel voor de witte of donkere was
donkere of witte kleding
bij donkere stoffen beschadigen de vezels en hier door lijkt de zwarte kleur lichter
het wasmiddel voor de donkere was herstelt de vezels en de kleding ziet weer zwart

Slide 9 - Tekstslide

Waarom gebruik je een wolwasmiddel om je wollen trui te wassen?
A
wol wordt zacht
B
voorkomt krimpen
C
ruikt lekker
D
rekt de stof niet uit

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van enzymen in een wasmiddel?

Slide 11 - Open vraag

Waarom voeg je wasmiddel toe volgens de dosering op het pak of fles?

Slide 12 - Open vraag

Hoe ging het?
Als jullie vragen hebben kan je deze stellen via de mail
Werk verder aan de opdracht voor wonen en huishouden die 17 april ingeleverd moet worden via cumlaude

Slide 13 - Tekstslide

Voor jullie en je belangrijke werk op stage!

Slide 14 - Tekstslide