reading summative practise

Unit
Nederland waterland
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Unit
Nederland waterland

Slide 1 - Tekstslide

Schema vandaag
  • Past paper reading (2 teksten)
  • 1 uur max
  • Vragen corrigeren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

There are reference words for a place (er, daar)
For a person (hem, haar, ze, hij, zij),
for an object (het, dit, dat),
or for a time (toen, dan).

They are used to shorten a sentence.

Slide 5 - Tekstslide

Reference words/verwijswoorden
Voorbeelden van verwijswoorden die verwijzen naar personen zijn: 'hij', 'zij', 'ze', 'hem', 'haar' en 'zijn'.

  • Dit lokaal is van meneer De Rooij. Hij is pauze aan het houden.
  • Daar loopt Joost. Ik krijg van hem nog vijf euro.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

  1. De man klimt.
  2. Hij draagt een veiligheidsgordel, die hem beschermt tegen het vallen.
  3. Zijn helm geeft hem extra bescherming.

Waar verwijst "hem" in regel 2 naar? En hem in r. 3?

Slide 8 - Tekstslide

Mannelijk/vrouwelijk
antecedent (the word that the reference word refers to)  is mannelijk: hij, hem, zijn, deze en die. antecedent is vrouwelijk: zij, ze, haar, deze en die.
uitgangen vrouwelijk:
- heid                   - ing               - te               - teit
- nis                      - de                - ij                 - uur
- st                        - ie                  - iek
- schap               - ij                   - theek
niet vast te stellen? Dan is het mannelijk.

Slide 9 - Tekstslide

Onzijdig
het, zijn, dit en dat.

namen van landen, provincies, steden, clubs, verkleinwoorden (fietsje) en alle het-woorden (dus ook "het meisje").

Ik woon in Nederland. Het land met zijn prachtige rivieren.

Slide 10 - Tekstslide

Meest voorkomende fouten
- Onduidelijk of het antecedent een "de" of een "het" woord is. 
   "vorige week verscheen in de krant een artikel die veel stof             deed opwaaien"
- Onduidelijk of het antecedent mannelijk of vrouwelijk is.
   "De koninklijke familie dankt zijn status aan Willem van Oranje"

Slide 11 - Tekstslide

Task
verwijswoorden uit de zinnen halen, zet erbij waar het naartoe verwijst!

Find the reference word in the sentences. Write down the word that the reference word refers to. 

Slide 12 - Tekstslide