Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
14 feb Grammatica vervolg Lijdend voorwerp
Grammatica
Herhaling zinsontleding
- lijdend voorwerp
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica
Herhaling zinsontleding
- lijdend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Les en doelen
Je kunt het lijdend voorwerp aanwijzen in de zin.
Je kunt de lidwoorden aanwijzen in de zin.
Slide 2 - Tekstslide
Gisteren kreeg ik een bos rode rozen.
lijdend voorwerp?
Slide 3 - Open vraag
Lijdend voorwerp?
Welke vraag?
Slide 4 - Woordweb
Lijdend voorwerp (LV)
stappen:
vind de persoonsvorm
verdeel de zin in zinsdelen
vind het onderwerp
vind het werkwoordelijk gezegde
vind het lijdend voorwerp
Slide 5 - Tekstslide
Lijdend voorwerp (LV) - blz. 106
Noteer: je vindt het lijdend voorwerp door deze vraag te stellen:
wie/wat + wwg + ow?
Let op: het lijdend voorwerp begint
NOOIT
met een voorzetsel!
Slide 6 - Tekstslide
Lijdend voorwerp (LV)
let op:
niet elke zin heeft een lijdend voorwerp!
een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel;
een lijdend voorwerp is nooit een afstand, gewicht of maat.
Vandaag heb ik vijf kilometer gefietst.
Mijn broertje weegt 25 kilo.
Slide 7 - Tekstslide
De verliefde jongen kocht een roos.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
De verliefde jongen
B
kocht
C
een roos
D
zit er niet in
Slide 8 - Quizvraag
Gisteren heeft mijn moeder alle shirts van ons elftal gewassen.
Wat is 'alle shirts van ons elftal'?
A
wwg
B
ond
C
lv
D
az
Slide 9 - Quizvraag
Huiswerk
Maak als huiswerk opdracht 1 en opdracht 2 (blz. 106/107)
controle!
Slide 10 - Tekstslide
feedback exittickets
meer uitleg
extra hulp (hoe?)
focussen
concentreren
Slide 11 - Tekstslide
opdracht 1
1. pv = hebben
ow = wij
wg = hebben gekregen
Wat hebben wij gekregen? een groot groentepakket = lv
2. pv = hebben
ow = we
wg = hebben gevonden
Wat hebben we gevonden? nieuwe skates = lv
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
Wat houdt een hogedrukgebied op afstand? storingen = lv
Slide 12 - Tekstslide
opdracht 1
3. pv = houdt
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
Wat houdt een hogedrukgebied op afstand? storingen = lv
4. pv = ga
ow = ik
wg = ga opzoeken
Wie ga ik opzoeken? vrienden van de basisschool = lv
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
Wat houdt een hogedrukgebied op afstand? storingen = lv
Slide 13 - Tekstslide
opdracht 1
5. pv = kun
ow = je
wg = kun bekijken
Wat kun je bekijken? bijzondere schepen = lv
6. pv = vieren
ow = de grootouders van Max
wg = vieren
Wat vieren de grootouders van Max? hun 50-jarig huwelijksfeest = lv
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
Wat houdt een hogedrukgebied op afstand? storingen = lv
Slide 14 - Tekstslide
opdracht 2
1. Op zaterdag koopt mijn vader altijd croissants bij de bakker.
2. Met dit koude weer zitten we het liefst in een onesie.
Slide 15 - Tekstslide
opdracht 2
3. Archeologen hebben het graf van Nefertiti gevonden.
4. Op Facebook heeft Herma vandaag haar profielfoto verwijderd.
Slide 16 - Tekstslide
opdracht 2
5. In januari organiseert de jachthaven Het Zwanengat een grote receptie voor al hun vrienden en vijanden.
6. De backpacker heeft de Engelse kerk verlaten.
Slide 17 - Tekstslide
Maak een spiekbriefje!
Zinsdeel
Wat moet je doen?
Waar moet je op letten.
persoonsvorm
1. Verander de zin van tijd. Het woord dat verandert, is de pv.
2. Maak de zin vragend. De pv komt vooraan de zin te staan.
de persoonsvorm is altijd een werkwoord.
onderwerp
stel de vraag ...
werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp
Slide 18 - Tekstslide
En nu oefenen!
Ik oefen met: Ishana, Ariba, Christy, Daniela, Gurnoor
Maak in Teams de opdracht: B1b: vind het lijdend voorwerp
Slide 19 - Tekstslide
En nu oefenen!
Maak in Teams de opdracht: B1b: vind het lijdend voorwerp
Slide 20 - Tekstslide
Welke lidwoorden ken je?
Slide 21 - Woordweb
Hoeveel lidwoorden?
Een kleurboek voor volwassenen vinden de meeste mensen het leukst.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Noem de bepalende lidwoorden.
A
de
B
het
C
een
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel lidwoorden?
Op zaterdag koopt mijn vader altijd croissants bij de bakker.
Slide 24 - Open vraag
Hoeveel lidwoorden?
In de voorjaarsvakantie ga ik de hele dag Netflix kijken.
Slide 25 - Open vraag
Ik kan de lidwoorden in een zin aanwijzen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 26 - Poll
Meer lessen zoals deze
15 feb Grammatica woordsoorten
Februari 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
NN6 1TH H4 Taalverzorging Lijdend voorwerp
Januari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
1TL1 deel 2 2 maart 2022
Februari 2022
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Grammatica zinsdelen H4: lijdend voorwerp
Maart 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
1TH Grammatica Zinsdelen H1-H4
Januari 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
klas 1, week 5, les 1
Januari 2021
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Week 6 Nederlands 1HM ZD
Februari 2021
- Les met
40 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1