1 pv = hebben
ow = wij
wg = hebben gekregen
Wat hebben wij gekregen? een groot groentepakket = lv
2 pv = hebben
ow = we
wg = hebben gevonden
Wat hebben we gevonden? nieuwe skates = lv
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
Wat houdt een hogedrukgebied op afstand? storingen = lv