7.2 Eigen regie en zelfredzaamheid

Module Wonen
7.2 Eigen regie en zelfredzaamheid

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WonenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Module Wonen
7.2 Eigen regie en zelfredzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. - AWR
  2. - Wat gaan we doen
  3. - Terugblik
  4. - Leerdoelen
  5. - filmpje
  6. - theorie

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal




Wat gaan we doen


- Nu gaan we aan de slag met, binnen het werkproces B1-K1-W3 
   Wonen en huishouden, het stukje Regie binnen wonen en 
   huishouden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik
Elke les staan we stil bij wat we de vorige les hebben besproken. 


- Heb jij nog vragen over de vorige les?
- Wat is je bijgebleven van de vorige les?





Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke filmpjes heb je bekeken?
Met welke hulpmiddelen ben je bekend?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Je kunt het belang van samenwerking met de cliënt inzake wonen en huishouden benoemen
  • Je kunt vertellen wanneer je huishoudelijke- /schoonmaakwerkzaamheden overneemt
  • Je kunt uitleggen hoe je ervoor zorgt dat de cliënt en naastbetrokkenen zoveel
     mogelijk zelf doen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van samenwerking met de cliënt inzake wonen en huishouden? 
- Iedereen heeft te maken met wonen en huishouden
- De bedoeling is dat iedereen zijn huis schoon houdt, de was 
   doet, goed eet en fijn woont. Waarom?
- Niet iedereen kan dit zelf doen.
- Daar is dan hulp bij nodig.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belang van samenwerking met de cliënt inzake wonen en huishouden? 

- Die hulp geven jullie als begeleider, waar nodig en niet waar het niet hoeft..
- Het belang is samen met de cliënt te zorgen dat alles loopt binnen wonen 
   en huishouden, zodat het huis schoon huis, de kleding gewassen en heel 
   is en dat de cliënt goed en gezond eet.
- De cliënt doet natuurlijk alles zelf wat zij/hij nog zelf kan, al is het met 
   moeite.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer neem je huishoudelijke- /schoonmaakwerkzaamheden over?
Je neemt het over als:
- De cliënt het zelf niet kan;
- De cliënt de boel vervuilt;
- De cliënt het zelf niet meer ziet;
- De cliënt zichzelf door vervuiling in gevaar brengt;
- De cliënt een ander door vervuiling/verwaarlozing een ander in gevaar 
   brengt.
Nu een film als voorbeeld:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De begeleiding die je geeft binnen wonen en huishouden is......
A
Alles zelf doen
B
Alleen waar nodig
C
Wat het snelste werkt
D
Wat de cliënt vraagt

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorg je ervoor dat de cliënt en naastbetrokkenen zoveel mogelijk zelf doen?                           
- Door alles wat de cliënt en naastbetrokkenen zelf kunnen 
   doen, ook door hunzelf te laten doen.
- Cliënt en naastbetrokken te activeren en te motiveren zoveel 
   mogelijk zelf te doen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorg je er NIET voor dat de cliënt en naastbetrokkenen zoveel mogelijk zelf doen?
A
Activeren
B
Zelf laten doen wat kan
C
Controleren
D
Motiveren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

 Flexibele ondersteuning
Ondersteuning is altijd flexibel. De mate van ondersteuning verschilt niet alleen per cliënt, maar kan ook bij dezelfde cliënt verschillen. De volgende twee factoren zijn van invloed op de flexibiliteit:

  • de intensiteit van de ondersteuning
  • het proces van opbouwen en afbouwen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De intensiteit van de ondersteuning
Soms is de ondersteuning op onderdelen altijd gelijk. Bijvoorbeeld bij een cliënt met motorische beperking die in een rolstoel zit. Die kan altijd ondersteuning nodig hebben bij opstaan, douchen en toiletbezoek. Op andere gebieden heeft deze cliënt misschien geen of alleen lichte ondersteuning nodig.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt bij de intensiteit van de ondersteuning onderscheid maken in:

  • Een activiteit of handeling helemaal van de cliënt overnemen.
  • Iets voordoen en vragen of de cliënt het nadoet.
  • Iets samen met de cliënt doen.
  • De cliënt doet het zelfstandig, maar wel met de begeleider naast zich.
  • De cliënt doet het zonder nabijheid van de begeleider, maar die is wel snel bereikbaar bij problemen.
  • De cliënt kan het helemaal zelfstandig en heeft geen ondersteuning meer nodig.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toenemende intensiteit
De intensiteit van de ondersteuning kan toenemen. Bijvoorbeeld als de lichamelijke of geestelijke toestand al dan niet tijdelijk achteruitgaat. Dan kan het gebeuren dat de cliënt ondersteuning nodig heeft bij activiteiten die hij eerst helemaal zelfstandig deed of met lichte ondersteuning. Je komt dit bijvoorbeeld tegen in de geestelijke gezondheidszorg als iemand ineens psychotisch wordt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afnemende intensiteit
Het omgekeerde gebeurt ook. Bijvoorbeeld als de lichamelijke of geestelijke toestand van de cliënt verbetert. Dan kun je de intensiteit van de begeleiding langzaam terugschroeven. Dit moet je wel zorgvuldig doen en goed beoordelen wanneer en hoe je van vasthouden naar loslaten overgaat.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het proces van opbouwen en afbouwen
In verschillende situaties is het nodig om de begeleiding methodisch op te bouwen en weer (gedeeltelijk) af te bouwen. Dit methodisch op- en afbouwen leg je vast in het ondersteuningsplan.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouwen van de ondersteuning
Met opbouwen van de ondersteuning krijg je vooral te maken bij nieuwe cliënten. Bijvoorbeeld als iemand vanuit de thuissituatie verhuist naar een begeleide of beschermde woonvorm. Belangrijke aspecten van opbouwen van de ondersteuning zijn:

  • een vertrouwensrelatie met de cliënt opbouwen
  • de beginsituatie vaststellen: welke ondersteuning is nodig.
Op welke gebieden en in welke mate ondersteuning is, leg je vast bij de beginsituatie. Een cliënt heeft zelden of nooit ondersteuning nodig op alle gebieden. De beginsituatie is het vertrekpunt voor het opbouwen van de ondersteuning.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afbouwen van de ondersteuning
Als het mogelijk is om de ondersteuning helemaal of gedeeltelijk af te bouwen, doe je dat niet van de ene op de andere dag. Als een cliënt gewend is aan ondersteuning, biedt dat ook zekerheid en veiligheid. Je bouwt de ondersteuning in stappen af in deze volgorde:

  • samen met de cliënt een activiteit of handeling uitvoeren
  • de cliënt zelf de activiteit laten uitvoeren terwijl jij erbij bent
  • als dat goed gaat, langzaam meer afstand nemen, maar wel bereikbaar blijven.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld afbouwen
Meneer Helvoort is een man van 73 jaar die tot voor kort zelfstandig en zonder hulp thuis woonde. Na een hersenbloeding is hij na ziekenhuisopname overgeplaatst naar een revalidatieafdeling. Hij heeft aan de hersenbloeding een lichte motorische beperking overgehouden. Hij zou weer thuis kunnen gaan wonen, maar moet wel een aantal dingen leren:
  • leren lopen met een rollator
  • leren manoeuvreren met de rollator in kleine ruimtes in zijn thuissituatie
  • persoonlijke verzorging en bijvoorbeeld koken leren met gebruik van de rollator.
In het ondersteuningsplan staat dat dit doel voor meneer haalbaar moet zijn in een periode van acht weken. De ondersteuning begint intensief, vooral omdat meneer in het begin heel onzeker is en bang om te vallen. Naarmate het beter gaat, neemt de begeleider steeds wat meer afstand. Totdat de begeleider de ondersteuning helemaal kan loslaten en meneer klaar is om thuis zelfstandig te functioneren.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Pak een casus en werk deze uit!
Je mag zelfstandig of in groepjes werken
Lees de Casus goed door!
Welke hulpvragen kom je tegen?
Wat en hoe ga je vanuit jouw functie aan de slag?
Presenteer dit aan de klas door middel van een sheet!




Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
  • Je kunt het belang van samenwerking met de cliënt inzake wonen en huishouden benoemen
  • Je kunt vertellen wanneer je huishoudelijke-/schoonmaakwerkzaamheden overneemt
  • Je kunt uitleggen hoe je ervoor zorgt dat de cliënt en naastbetrokkenen zoveel mogelijk zelf doen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Boek: Methodisch begeleiden
Thema 7, Begeleiden en ondersteunen
Opdracht 3 t/m 9

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heb jij vandaag geleerd?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies