Als je de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp hebt gevonden dan ga je het lijdend voorwerp zoeken.
Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen:
Wie of wat + het werkwoordelijk gezegde + het onderwerp.
In mei leggen alle vogels een ei.
Leggen in mei alle vogels een ei? Wie of wat leggen? alle vogels
Wie of wat leggen alle vogels? een ei