NaSk1 jaar 3 - Les 10: Licht

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood
- Geodriehoek







Startopdracht:

Pak een opdrachtenblad en
Join de KAHOOT



1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood
- Geodriehoek







Startopdracht:

Pak een opdrachtenblad en
Join de KAHOOT



Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Het oog 
  • Oefentoets
  • KAHOOT??


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Hoe zit het oog in elkaar?
  • Hoe wordt het beeld in je oog gevormd?
  • Hoe reageert je oog op afstand?
  • Wat is het nabijheidspunt?
  • Hoe verhelp je een oogafwijking?























Slide 3 - Tekstslide

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 4 - Tekstslide

2.4 Lenzen

Slide 5 - Tekstslide

Lichtbreking

Slide 6 - Tekstslide

Lenzen
Lenzen kunnen we gebruiken om te vergroten, te verkleinen en/of een scherp beeld te vormen.
Twee soorten lenzen:
  • Bolle lenzen
  • Holle lenzen

Slide 7 - Tekstslide

Bolle lens (positief):
Convergerend
Lichtstralen komen samen in het brandpunt.
De afstand van het brandpunt tot het midden van de lens heet brandpuntsafstand.



Holle lens (negatief):
Divergerend
Lichtstralen gaan uit elkaar.
De lichtstraal door het midden gaan rechtdoor.

Slide 8 - Tekstslide

Sterke bolle lens
Zwakke bolle lens

Slide 9 - Tekstslide

voorwerpsafstand (v)
beeldafstand (b)
beeld door lens:

  • beeld ontstaat altijd op de kop

  •  Grootte van beeld pas je aan door te variëren in voorwerpsafstand (v) of Beeld afstand (b)

  • Lichtstralen door het midden van een lens worden niet gebroken


Slide 10 - Tekstslide

Hoe teken je het beeld dat ontstaat?

Slide 11 - Tekstslide

v
b

Slide 12 - Tekstslide

Maak het opdrachtenblad
5 minuten de tijd
Eerst zelfstandig, daarna overleggen met je buur

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk:  opdracht 6 t/m 22 op pagina 70

Slide 16 - Tekstslide

Hoofdstuk 2.5: Het oog

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het oog
Pupil kan groter of kleiner worden.
  • Veel of weinig licht

Lens kan boller of platter worden -> Accommoderen
  • Dichtbij of ver weg
Ver weg = platte lens
Dichtbij = bolle lens

Het nabijheidspunt is het dichtstbijgelegen 
punt waar men zonder bril langdurig en 
zonder moeite nog scherp kan zien.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

bijziend of verziend

Slide 21 - Tekstslide

Verziendheid: 
  • alleen in de verte kun je scherp zien
  • oogbol is te kort
  • beeld gevormd door ooglens ligt achter netvlies
  • met behulp van +bril kom beeld weer op netvlies

Slide 22 - Tekstslide

Verziend, + glazen bril

Slide 23 - Tekstslide

Bijziendheid:
  • alleen dichtbij kun je scherp zien
  • oogbol is te lang
  • beeld gevormd door ooglens ligt voor netvlies
  • met behulp van -bril kom beeld weer op netvlies

Slide 24 - Tekstslide

Bijziend, - glazen bril

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Tips voor leren
- Lees de samenvatting. Wat vind je moeilijk?
- Lees de tekst, met name dik gedrukte woorden.
- Aan het einde van elk hoofdstuk 'Om te onthouden'
- Kan je berekeningen maken met SPA-methode?
- Kan je alles met licht tekenen?
- Check je opdrachten in werkboek met antwoorden op Magister
- Er staan nog meer hulpmiddelen op Magister!
- Neem de BINAS een keer helemaal door. Dan weet je wat waar staat!

Slide 27 - Tekstslide

Zelfstandig werken ZS
- Maken 'Voorbeeldproefwerk' op pagina 86
Opdracht 1 t/m 20
Deze opdrachten hoeven NIET: 11, 15, 16

- 15 minuten ZS

- Niet klaar? Huiswerk



timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Hoe zit het oog in elkaar?
  • Hoe wordt het beeld in je oog gevormd?
  • Hoe reageert je oog op afstand?
  • Wat is het nabijheidspunt?
  • Hoe verhelp je een oogafwijking?























Slide 29 - Tekstslide