H6 - De Middeleeuwse stad (gilden)

De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
De middeleeuwse stad

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je: 

- De sociale lagen in een Middeleeuwse stad benoemen.

- Uitleggen hoe een gilde was georganiseerd.

- Uitleggen hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.

Slide 3 - Tekstslide

Introductie - 10 minuten
Boek: Lezen H6 Steden in opkomst 
Paragraaf 6.2 en 6.3 

Begrippen uit het boek:
drieslagstelsel, urbanisatie (trek naar de stad), stadsrechten, tol, huisnijverheid, gilde, gezellen, schout, schepenen, patriciers

Al klaar? Probeer een mindmap te maken van deze begrippen waarin je de nadruk legt op de onderlinge relaties tussen de begrippen. 

Slide 4 - Tekstslide

'Stadslucht maakt vrij'
  • Steden zorgden voor meer vrijheden voor de Europese bevolking
  • Dat gold voor bijvoorbeeld de boeren.
  • Vroege Middeleeuwen: boeren weinig vrijheden (horig)
  • Late Middeleeuwen: boeren trekken naar de stad 
  • Boeren waren vrij van hun heer wanneer ze éen jaar en één dag in de stad woonden
  • Waarom is de stad aantekkelijk?: - Geen herendiensten
                                                                             - Geen belasting betalen aan de heer

Slide 5 - Tekstslide

  Wie wonen er in de stad?


                              Inwoners van de stad = Burgerij

1. Rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden.
- Zaten in het bestuur van de stad (bovenlaag)

2. Winkeliers en ambachtslieden (middenklasse)

3. Gewone (arme) arbeiders
4. Bedelaars en daklozen

Afhankelijk van de kerk en de rijken

Slide 6 - Tekstslide

  Werken in een gilde
  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten


  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde: een beroepsvereniging van ondernemers met hetzelfde beroep. 


  • In het Gilde maakten men onderlinge afspraken  om concurrentie te voorkomen: werktijden, opleiding, prijs en kwaliteit.
   Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten en stelde de        verkoopprijs vast.


  • Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 7 - Tekstslide

Van leerling 
tot meester
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.
  • Hiervoor moet je eerst meester worden:

  1. Je begon al erg jong als onbetaalde leerling;
  2. Daarna werd je gezel; knecht
  3. En pas als je meesterproef  (examen) had gedaan kon je meester worden.
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.

Slide 8 - Tekstslide




Een voorbeeld van een meesterproef.
Om meester te worden moest een poort worden gemetseld.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Zelf aan de slag!
LB en WB: 6.2 en 6.3 
15, 16, 18, 19, 20, 21, 22, 25, 26, 28, 30 
34, 35, 36, 39, 40, 47.  

Slide 11 - Tekstslide

Edelen en de stad
Edelen stimuleerden aanvankelijk de ontwikkeling van steden om te profiteren van de toenemende handel. 

Immers: meer handel = meer belasting  

maarrrrrrr.......

Slide 12 - Tekstslide

Steden worden zelfstandiger
Redenen: ze wilden van hun afhankelijkheid van de adel af (geen herendiensten e.d. meer) en door hun opkomende rijkdom en daarmee macht gingen ze dit afdwingen.

Ze vroegen eigen rechten aan bij de koning! 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Steden krijgen stadsrechten
Door hun rijkdom eisten ze stadsrechten en daarmee recht op zelfbestuur, een eigen rechtbank, markt, wallen of muren en vrijstelling van tol. 

De koning kreeg belasting en troepen (of geld om troepen in te huren) en gebruikten deze ontwikkeling ook om hun eigen macht te vergroten (=centralisatie) ten koste van de edelen. 

Slide 15 - Tekstslide

Begrippen uit deze lessen

  • ambachten
  • leerling
  • gezel
  • meester
  • meesterproef
  • gilde
  • stadsrechten
  • tol 
  • centralisatie

Slide 16 - Tekstslide

6.5 en 6.6 Handel en religie 
Brussel en Antwerpen waren bruizende steden. Ook Brugge, Gent, Deventer, Zutphen, Nijmegen en wat later in de tijd Amsterdam werden belangrijke handelssteden. 

Maar ook religieuze spanningen: De komst van Sefardische Joden en kritiek op De Kerk: moderne devotie. 

Lezen: 6.5 en 6.6 
Maken: 65, 66, 67, 69, 72, 75, 80, 81, 82, 83, 85, 90 en 91. 

Slide 17 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat een gilde is

Slide 18 - Open vraag

Hoe heet het landbouw stelsel om de productie te vergroten?
A
staslagstelsel
B
domeinstelsel
C
feodale stelsel
D
drieslagstelsel

Slide 19 - Quizvraag

Geef een ander woord voor verstedelijking

Slide 20 - Open vraag

Tol in de middeleeuwen is
A
kinderspeelgoed
B
belasting over ramen in de steden
C
belasting goederen over wegen te vervoeren
D
belasting om over priveland van leenheren te mogen

Slide 21 - Quizvraag


Wie zaten er in het bestuur van een middeleeuwse stad?
A
Winkeliers
B
Gewone arbeiders
C
Kooplieden
D
Leerlingen

Slide 22 - Quizvraag


Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag


Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag


Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag


Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Als je goed genoeg was, moest je de ????
afleggen. Dat was een soort examen. Als je slaagde, mocht je lid worden van het gilde.

Welk woord moet er op de vraagtekens staan?
A
gilde
B
meester
C
meesterproef
D
leerling

Slide 27 - Quizvraag

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je: 

- De sociale lagen in een Middeleeuwse stad benoemen.

- Uitleggen hoe een gilde was georganiseerd.

- Uitleggen hoe mensen hun geld verdienden in de Middeleeuwse stad.

Slide 28 - Tekstslide

Stel een vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 29 - Open vraag