3.4 kruisingen

B4: Kruisingen
Th3: Erfelijkheid
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

B4: Kruisingen
Th3: Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

lesdoel 

je kan aan het eind van de les een kruisingsschema opstellen
je kan aan het eind van de les bij een gegeven kruising genotypen en fenotypen van ouders en/of nakomelingen kunnen aflezen 

Slide 2 - Tekstslide

Heterozygoot betekent dat het genenpaar voor een eigenschap bestaat uit twee ongelijke genen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Als een persoon zowel het gen voor blauwe als het gen voor bruine oogkleur bezit, is deze persoon homozygoot voor de oogkleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een persoon bij wie een dominant gen tot uiting komt in het fenotype kan homozygoot zijn voor deze eigenschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

lezen bs. 4 kruisingen
Blz. 112 en 113
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

kruisingen 
  • twee organismen gaan zich met elkaar voortplanten 
  • welke erfelijke eigenschappen worden doorgegeven 
  •  volgende generaties 

Slide 7 - Tekstslide

kruisingen
P: Ouders (parents) 
F1: Eerste generatie = kinderen
F2: tweede generatie = kleinkinderen van P en kinderen van F1

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het opstellen van een kruisingsschema
  1. Wat zijn de gegevens?
  2. Welke genotypen kunnen ontstaan?
  3. Wat zijn de genotypen van de ouders?
  4. Wat kunnen de geslachtscellen voor gen bevatten?
  5. Welke mogelijkheden zijn er voor het versmelten van een eicel en een spermacel

Slide 11 - Tekstslide

Een kruising

Bij fruitvliegen is de eigenschap voor rode ogen dominant over dat van witte ogen. Een homozygote vlieg met rode ogen wordt gekruist met een vlieg met witte ogen. De nakomelingen F1(kinderen) worden onderling gekruist zodat een F2 (kleinkinderen) ontstaat.


Werk deze kruising uit

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een kruisingsschema

P:                                  AA             x                    aa

Geslachtscellen:    A                                      a

F1:                                                  Aa

                                     Aa             x                 Aa

Geslachtscellen: A of a                         A of a

F2:


Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag


Maken tm opdracht 

Leren tm B4!

Slide 15 - Tekstslide