In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Koolstofchemie
Hoofdstuk 7
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 7.1 en 7.2
Je weet wat koolwaterstoffen zijn
Je weet wat gefractioneerde destillatie is
Je weet wat kraken is en welke vormen van kraken er zijn
Je kunt de structuurformule van een stof tekenen
Je weet wat isomeren zijn
Je kunt een systematische naam geven aan koolwaterstoffen
Je kent de verschillende karakteristieke groepen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
7.1 Fossiele brandstoffen
Aardolie is een fossiele brandstof die bestaat uit koolwaterstoffen
Koolwaterstoffen zijn stoffen waarvan de moleculen uit koolstof- en waterstofatomen bestaan
Slide 4 - Tekstslide
Koolwaterstoffen worden gewonnen door aardolie te destilleren
Uit verschillende fracties ontstaan andere producten
Dit proces heet gefractioneerde destillatie
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
7.1 Fossiele brandstoffen
Kraken is het in stukken breken van grote koolwaterstoffen
Je kunt op twee manieren kraken:
Thermisch kraken --> met behulp van hitte
Katalytisch kraken --> met behulp van een katalysator
Een katalysator versnelt de reactie zonder daarbij verbruikt te worden. Je schrijft hem dus ook niet op in een reactievergelijking!
Slide 7 - Tekstslide
Kraken
Ontledingsreactie van koolwaterstoffen.
Thermisch of katalystisch kraken.
Lange koolstofketens worden in kleinere fragmenten 'geknipt'.
Uit een alkaan ontstaat altijd minimaal een alkaan en een alkeen.
Voorbeeld: kraken van hexaan
C6H14 -> C4H8 + C2H6
Slide 8 - Tekstslide
7.1 Koolstofverbindingen
Moleculen van koolwaterstoffen geef je meestal weer als structuurformule
Bij het tekenen moet je rekening houden met de covalentie: hoeveel bindingen een atoom kan maken
1
H, F, Cl, Br, I
2
O, S
3
N, P
4
C
Slide 9 - Tekstslide
7.1 Koolstofverbindingen
Nog enkele belangrijke begrippen:
Vertakt: er is minimaal één C-atoom dat met drie of vier andere C-atomen is verbonden.
Onvertakt: elk C-atoom is met één of twee andere C-atomen verbonden.
Verzadigd: er zijn geendubbele bindingen aanwezig
Onverzadigd:er is één of meerdere (drie)dubbele bindingen aanwezig.
Slide 10 - Tekstslide
Vertakt/onvertakt, verzadigd/onverzadigd
Slide 11 - Tekstslide
7.1 Koolstofverbindingen
Twee koolwaterstoffen met dezelfde molecuulformule maar met verschillende structuurformules zijn isomeren van elkaar:
Beide stoffen hebben als molecuulformule C4H10, maar hebben verschillende structuurformules. Deze stoffen zijn dus isomeren van elkaar.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de belangrijkste reden om koolwaterstoffen te kraken?
A
Lange koolwaterstofketens geven meer uitstoot van koolstofdioxide.
B
De vraag naar kortere koolwaterstofketens is groter.
C
Kortere koolwaterstofketens zijn eenvoudiger te transporteren.
D
Lange koolwaterstofketens zijn moeilijk op te slaan.
Slide 13 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt de structuurformule van een stof tekenen
Je weet wat isomeren zijn
Slide 14 - Tekstslide
Zijn deze koolwaterstoffen isomeren van elkaar?
A
JA
B
NEE
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn koolwaterstoffen?
A
stoffen die uit atomen koolstof en waterstof bestaan
B
stoffen die uit atomen koolstof, zuurstof en waterstof bestaan
C
stoffen die uit atomen koolstof en water bestaan
D
stoffen die uit atomen koolstof, zuurstof en water bestaan
Slide 16 - Quizvraag
Welk type bindingen komen voor bij koolwaterstoffen?
A
uitsluitend atoombinding
B
uitsluitend vanderWaalsbinding
C
atoombinding en vanderWaalsbinding
D
atoombinding, vanderWaalsbinding en H-bruggen
Slide 17 - Quizvraag
7.2 Systematische naamgeving
Alkanen zijn verzadigde koolwaterstoffen
met de algemene formule CnH2n+2.
De uitgang is -aan.
Slide 18 - Tekstslide
7.2 Systematische naamgeving
Alkenen zijn onverzadigde koolwaterstoffen
met de algemene formule CnH2n.
De uitgang is -een.
Slide 19 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Soms bevat een koolwaterstof een speciale groep. Eén van die groepen zijn de alkylgroepen. Deze vormen een zijtak die aan de hoofdketen zit.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is de naam van het alkaan in de afbeelding?
A
Propaan
B
Butaan
C
Buteen
D
Propeen
Slide 21 - Quizvraag
7.3 Systematische naamgeving
Er zijn ook nog zogenaamde karakteristieke groepen. Hiervan moet je er twee kennen:
Slide 22 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Stappenplan systematische naamgeving van koolwaterstoffen
Bepaal de stamnaam
Bepaal de voor- en achtervoegsels
Bepaal de plaatsnummers
Zet de onderdelen op de juiste volgorde
Gebruik hiervoor de tabellen op blz 28 van je boekje.
Slide 23 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Voorbeeldopgave
Geef de systematische naam van de volgende koolwaterstof:.
Slide 24 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Stap 1: bepaal de stamnaam
De langste keten zijn 4 C-atomen, de stam is dus but-. Er zijn geen dubbele bindingen, dus is de uitgang -aan. De stamnaam is dus butaan.
Slide 25 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Stap 2: bepaal de voor- en achtervoegsels.
Er is een zijketen met één C-atoom. Er wordt dus methyl- vóór de stamnaam geplaatst.
Slide 26 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Stap 3: bepaal de plaatsnummers
De zijketen moet het laagste plaatsnummer krijgen. In dit geval zou dat twee zijn. Zou je van rechts naar links tellen, dan zou het 3 zijn. Dat mag niet.
Slide 27 - Tekstslide
7.3 Systematische naamgeving
Stap 4: zet de onderdelen in de juiste volgorde.
De systematische naam is: 2-methylbutaan.
Slide 28 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt een systematische naam geven aan koolwaterstoffen
Je kent de verschillende karakteristieke groepen
Slide 29 - Tekstslide
Wat is de correcte naamgeving?
A
metheen
B
etheen
C
methaan
D
ethaan
Slide 30 - Quizvraag
Wat is de correcte naamgeving?
A
4-methylhexaan
B
3-methylhexaan
C
1,2,4-dimethylbutaan
D
heptaan
Slide 31 - Quizvraag
is een isomeer van
A
waar
B
niet waar
Slide 32 - Quizvraag
is een isomeer van
A
waar
B
niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de systematische naam van het molecuul in de figuur?