Les 4 Natuurlijke leefomgeving dier_BRW

• Dierverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Wat voor dag is het vandaag?

Ik doe vandaag iets extra's voor dierendag

JA

NEE

Les 5 Huisvesting

Natuurlijke leefomgeving van het dier

Vorige week

Klimaat: 

temperatuur

licht

luchtvochtigheid

luchtsamenstelling

Deze week: meer inzoomen op natuurlijke leefomstandigheden

Na deze les kan je:

• Uitleggen wat een biotoop is
• Uitleggen wat een habitat is
• Huisvestingsmogelijkheden benoemen  naar aanleiding van de natuurlijke leefomgeving van een dier 

Om een dier goed te kunnen huisvesten moet je weten waar het dier vandaan komt

EENS

ONEENS

Een tam konijn is beter af in het bos dan gehuisvest in een kooi in de huiskamer

EENs

ONEENS

Wat is volgens jou een biotoop?

Biotoop:

Een biotoop is een bepaald gebied  met specifieke kenmerken als klimaat, bodem , waterniveau e.d.  

Vaak een geografisch gebied dat een specifieke en duidelijke  leefomgeving vormt voor een bepaalde leefgemeenschap van dieren en planten.

Woestijn

Moeilijke leefomstandigheden:

• Droog en heet
  
• Bijna geen regen
  
• Enorme temperatuurverschillen tussen dag en nacht
  

Woestijndieren hebben zich hierop aangepast

Tropisch regenwoud

• Maar kleine temperatuurschommelingen (gemiddeld 25 C)
  
• Hoge luchtvochtigheid (minimaal 75%)
  
• Kunnen zich makkelijk verstoppen
  
• Veel verschillende planten en bomen
  

Noem nog eens andere biotopen

Wat is volgens jou een habitat?

Habitat:

• Specifieke plek binnen een biotoop waar een dier leeft
• We noemen dit ook de natuurlijke leefomgeving
• Bijvoorbeeld: in het biotoop bos is de habitat van de pissebed de bodem van het bos

Zoek een foto op van een habitat waarin een dier leeft

Dieren passen zich aan aan hun leefomgeving

Denk aan:

Kleur

Vorm

Eetgewoontes

Zoek een foto van een dier dat zich heeft aangepast aan de omgeving

Huisvesting aanpassen aan natuurlijke leefomgeving van het dier:

•  Uit wat voor soort biotoop komt het dier in het wild?
  
• Heeft het dier een duidelijk eigen territorium?
• Leeft het op de grond of in de bomen?
• Leeft het dier samen met andere dieren?
• Is het dier overdag actief of 's nachts?
• Gebruikt het dier schuilplaatsen?
  
• Trekt het dier van de ene naar de andere plaats?
  
• Etc.
  

Je moet ook meer weten over het gedrag van het dier

• Is het dier een groeps-, of een solitair levend dier?
•  Dominante groepsleden te ontlopen-> vluchtruimte
• klim gelegenheid of graafgelegenheid
• 'badderen' -> zand of water
• bodemmateriaal -> vochtig of droog
• hoogte -> genoeg om te kunnen vliegen / springen?

• etc.

Volgende week -> Specifieker over bodembedekking

Vandaag: opdracht

Biotoophuisvesting van het dier waarvan je vorige week het klimaat hebt uitgezocht

Zoek op:

• Uit wat voor biotoop komt het dier oorspronkelijk?
• Hoe ziet zijn habitat eruit?
• Hoe leeft het dier daar?
• Hoe kan ik dat toepassen in de huisvesting
• Ontwerp een biotoophuisvesting voor dat dier