In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
6.2 Biotoop onder de loep
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen 6.2
1.) Waarom heeft elke soort een eigen leefomgeving?
2.) Hoe leven planten en dieren samen?
3.) Hoe wordt een gebied gevarieerder?
Slide 2 - Tekstslide
Programma
Lezen 6.2
Uitleg 6.2
Maken 6.2
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis 6.1 Naast de deur
Slide 4 - Tekstslide
In welke 4 groepen kunnen we alle organismen indelen?
Slide 5 - Open vraag
De wetenschappelijk naam voor madeliefje is Bellis perennis. Wat is de soortaanduiding?
A
Bellis
B
perennis
Slide 6 - Quizvraag
Waarom vind je een krab niet in het bos ?
Slide 7 - Open vraag
Waarom vind je een eekhoorn niet op het strand?
Slide 8 - Open vraag
BIOTOOP
Ieder organisme leeft op die plek waar de omstandigheden om te overleven precies goed zijn. Zo’n omgeving met de juiste leefomstandigheden heet een biotoop. De biotoop voor een eekhoorn is het bos.
Slide 9 - Tekstslide
Kun je een voorbeeld geven van een biotoop?
Slide 10 - Open vraag
Omstandigheden maken de biotoop
Omstandigheden zoals veel of weinig schaduw hebben invloed op de planten en dieren die in een gebied leven. Die omstandigheden noem je ook wel invloeden of factoren.
Abiotische factoren = niet levend (bijvoorbeeld zon, regen en wind)
Biotische factoren = (bijv. bomen, gras, riet of koeien)
Slide 11 - Tekstslide
Welke abiotische factor vind je in de woestijn?
A
Veel zon
B
Weinig zon
C
Cactussen
D
Gebrek aan water
Slide 12 - Quizvraag
Welke biotische factor vind je in het tropisch regenwoud?
A
Regen
B
Gras
C
Zon
D
Bomen
Slide 13 - Quizvraag
Alle organismen bij elkaar noem je een leefgemeenschap of biotoop...
Slide 14 - Tekstslide
Organismen hebben te maken met biotische en abiotische factoren...
Slide 15 - Tekstslide
Door welke biotische factor zul je een eekhoorn vaak in het bos aantreffen?
A
Bomen om in te schuilen...
B
Een lekker zonnetje...
C
Goede temperatuur...
D
Voedsel zoals hazelnootjes...
Slide 16 - Quizvraag
Leerdoelen 6.2
1.) Waarom heeft elke soort een eigen leefomgeving?
2.) Hoe leven planten en dieren samen?
3.) Hoe wordt een gebied gevarieerder?
Slide 17 - Tekstslide
Concurrenten...
Deze vogels eten allemaal insecten.
Toch kunnen ze samenleven, omdat ze die insecten op verschillende plekjes vinden...
Slide 18 - Tekstslide
Ook planten hebben een eigen plek...
Ze concurreren om licht.
Slide 19 - Tekstslide
Habitat...
Het speciale plekje waar een organisme goed kan leven noem je een habitat...
De woonplaats van een dier of plant binnen een biotoop...
Bijv. pissebedden leven onder stenen of stronken.
Slide 20 - Tekstslide
Habitat...
Het speciale plekje waar een organisme goed kan leven noem je een habitat...
De woonplaats van een dier of plant binnen een biotoop...
Bijv. Ganzen leven in grasland.
Slide 21 - Tekstslide
Habitat...
Het speciale plekje waar een organisme goed kan leven noem je een habitat...
De woonplaats van een dier of plant binnen een biotoop...
Bijv. Vlinders in een bloemenveld.
Slide 22 - Tekstslide
Concurrenten...
Deze vogels eten allemaal insecten.
Toch kunnen ze samenleven, omdat ze die insecten op verschillende plekjes vinden...
Door verschillende habitats in een biotoop kunnen vele soorten naast elkaar leven...
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen 6.2
1.) Waarom heeft elke soort een eigen leefomgeving?
2.) Hoe leven planten en dieren samen?
3.) Hoe wordt een gebied gevarieerder?
Slide 24 - Tekstslide
In welke biotoop verwacht je de meeste habitats?
A
Boeren-akker
B
Tropisch regenwoud
C
Zand-woestijn
D
West-duinpark
Slide 25 - Quizvraag
Bio-diversiteit...
Hoe veel verschillende soorten organismen kun je vinden in een biotoop?
Door meer afwisseling in een biotoop ontstaan meer habitats,
hierdoor krijg je meer biodiversiteit...
Slide 26 - Tekstslide
In welke biotoop verwacht je de grootste bio-diversiteit?
2.) Schrijf 2 vragen op bij iets het artikel dat je niet goed begrijpt! Post je vragen in de chat!
Slide 28 - Tekstslide
De koolmees zoekt insecten op de takken en de bladeren. De specht en de boomkruiper zoeken beide op de boomstam. Zijn de specht en de koolmees concurrenten van elkaar?