Tussenletters in samenstellingen

Tussensletters in samenstellingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tussensletters in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Tussenletter in samenstellingen
3 soorten tussenletters:
Tussenletters –en
Tussenletter –e-
Tussenletter –s-

Slide 2 - Tekstslide

Samenstelling met tussenletter -s

Slide 3 - Tekstslide

Tussenletters -en-
Als het eerste woord alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters.

Bananendoos
Schoenenwinkel
Kippensoep

Slide 4 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een meervoud met -s heeft, gebruik je -e- als tussenletters.

garage
garages

DUS:
garagedeur
garagebedrijf


Slide 5 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een meervoud met -s en met -en heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.

groenten
groentes

DUS:
groentesoep
groenteboer


Slide 6 - Tekstslide

Tussenletters -e-
Als het eerste woord een versterkende betekenis heeft, gebruik je ook -e- als tussenletters.
apetrots
reuzesterk

Als het eerste woord géén zelfstandig naamwoord is, gebruik je ook -e- als tussenletters:
lachebek, want lach is hier een vorm van het werkwoord lachen. 



Slide 7 - Tekstslide

Tussenletter -s?
elektriciteit...centrale
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Tussenletters
A
dwarstraat
B
dwarsstraat

Slide 9 - Quizvraag

tussenletter
A
hogenschool
B
hogeschool

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 11 - Quizvraag

Tussenletter -s?

najaar...storm
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?

Tussenletters bij samenstellingen
A
groentensoep
B
groentesoep

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste samenstelling?
A
zonnebrand
B
zonnenbrand

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste samenstelling?
A
fietserek
B
fietsenrek

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste samenstelling?
A
bruidsluier
B
bruidssluier

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste samenstelling?
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 17 - Quizvraag