Noem altijd twee dingen.
Voorbeeld vraag: Noem het verschil tussen jongens en meisjes.
Voorbeeld fout antwoord: Jongens hebben gemiddeld veel meer rijlessen nodig.
Voorbeeld goed antwoord: Jongens hebben gemiddeld 40 rijlessen nodig, terwijl meisjes vaak al aan 36 rijlessen genoeg hebben.