H5 - Lezen en argumenteren - les 1+begin 2

Lezen en Argumenteren
Ik kan inhoudelijke leg-uitvragen beantwoorden
Ik kan inhoudelijke citeervragen beantwoorden
Ik kan tekstdoel en tekstsoort vaststellen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Lezen en Argumenteren
Ik kan inhoudelijke leg-uitvragen beantwoorden
Ik kan inhoudelijke citeervragen beantwoorden
Ik kan tekstdoel en tekstsoort vaststellen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lezen en Argumenteren
Ik kan inhoudelijke leg-uitvragen beantwoorden
Ik kan inhoudelijke citeervragen beantwoorden
Ik kan tekstdoel en tekstsoort vaststellen

Slide 3 - Tekstslide

Theorie lezen
blz. 327, blz. 328-331 en blz. 340

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Hoofdstuk 10.2, opdracht 1 (blz. 327)
Opdracht 2 t/m 7 (blz. 328-331)
Opdracht 15 (blz. 340)

Slide 5 - Tekstslide

Typ hieronder het antwoord dat je op vraag 6 hebt gegeven

Slide 6 - Open vraag

Opdracht 1
1 Een vraag over de titel van de tekst beantwoorden (A)
2 Functies van tekstgedeelten vaststellen (B)
3 Het taalgebruik in een tekst beoordelen (C)
4 Het tekstdoel / de tekstsoort vaststellen (A)
5 Iets met eigen woorden uitleggen (C)
6 Teksten (of tekstfragmenten) met elkaar vergelijken (A)
7 Uitspraken over een tekst beoordelen (A)
8 Woorden of zinnen uit de tekst citeren (C)

Opdracht 2
“Het heeft er alle schijn van dat het like-tijdperk in Nederland die avond in 1988 is begonnen.” (regels 32-34) 1p
Let op correcte spelling.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3
1 ‘malligheid’ (regel 137) 1p
2 ‘Waarom zou een zichzelf respecterend nieuwsmedium überhaupt geïnteresseerd
in ze zijn? Dat nu blijkt een volkomen achterhaalde gedachte.’ (regels 158-162) 1p
ook goed: ‘Dat nu blijkt een volkomen achterhaalde gedachte.’ (regels 161-162) 1p
ook goed: ‘Dieren schrijven daarentegen geen boeken, ze maken geen films, ze
handelen niet in goederen en ze doen geen uitvindingen. Waarom zou een zichzelf respecterend nieuwsmedium überhaupt geïnteresseerd in ze zijn? Dat nu blijkt een volkomen achterhaalde gedachte.’ (regels 155-162) 1p
Let op correcte spelling.

Opdracht 4
1 ‘Als de supermarkten … van het statiegeld. (regels 20-25) ‘In ruil voor … de
Tweede Kamer.’ (regels 50-53) 1p
Let op correcte spelling.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 5
1 De kern van een goed antwoord is:
(Met dit dogma wordt bedoeld dat) een mens net zo veel waard is als een dier / dat
de mens ook maar een dier is. 1p
Opmerking: Wanneer alleen een citaat wordt gegeven geen scorepunten toekennen.
Gebruik maximaal 20 woorden. Let op correcte spelling en formulering.
2 De kern van een goed antwoord is:
• Er gebeurt zelden iets ongewoons in het dierenrijk 1p
• en alleen het ongewone is nieuwswaardig 1p
Gebruik maximaal 25 woorden. Let op correcte spelling en formulering.

Opdracht 6
De kern van een goed antwoord is:
• Statiegeld zorgt ervoor dat mensen flessen inleveren 1p
• en daardoor komt er minder zwerfafval 1p
Gebruik maximaal 20 woorden. Let op correcte spelling en formulering.
Opmerking: Goed voor 1 scorepunt: Statiegeld zorgt ervoor dat er minder zwerfafval komt. / Statiegeld zet mensen aan tot milieuvriendelijk gedrag.

Opdracht 7
De kern van een goed antwoord is: Uitdagende kleding leidt af (van een taakgerichte werksfeer). 1p
Gebruik maximaal 15 woorden. Let op correcte spelling en formulering.




Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 15
C geïnformeerd over de voor- en nadelen van de deeleconomie. 1p

Slide 10 - Tekstslide

Lezen en Argumenteren
Ik kan inhoudelijke leg-uitvragen beantwoorden
Ik kan inhoudelijke citeervragen beantwoorden
Ik kan tekstdoel en tekstsoort vaststellen

Slide 11 - Tekstslide