Les 07 - Samenvatten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Samenvatten en argumentatie
Leesvaardigheid vwo 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatten en argumentatie
Leesvaardigheid vwo 4

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- wat voor verschillende standpunten er zijn; 
- wat voor soorten argumenten bestaan; 

Slide 2 - Tekstslide

Standpunten
In een betoog wil een schrijver zijn leespubliek overtuigen van zijn standpunt. Een standpunt is een mening die iemand heeft. 

Een mening gaat altijd over een bepaald onderwerp. Dit onderwerp kan op verschillende manieren worden benaderd. Je kunt ergens vóór zijn; je kunt ergens tégen zijn en je kunt ergens over twijfelen.

Standpunten worden vaak voorafgegaan door de volgende signaalwoorden: ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dus, daarom en kortom. 

Slide 3 - Tekstslide

Samenvatten
Samenvatten is een belangrijke vaardigheid. Het helpt je bij het doordringen tot de kern van een tekst. 

Met een goede samenvatting kun je de belangrijkste boodschap van een tekst kernachtig duidelijk maken. 

Door samen te vatten verdiep je je in de stof en kun je veel tijd besparen bij het leren voor een bepaald vak. 

Slide 4 - Tekstslide

De samenvatting
Een samenvatting is een beknopte weergave: gebruik ongeveer 10% van het aantal woorden van de oorspronkelijke tekst. 

Schrijf de samenvatting in goede en volledige zinnen. Zorg ervoor dat hij ook begrijpelijk is voor iemand die de oorspronkelijke tekst niet kent. 

Zorg ervoor dat er samenhang is tussen de verschillende onderdelen. 

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: Verken de tekst
Ga gestructureerd bij het maken van een samenvatting: 
Stap 1: De tekst verkennen:
- Bekijk de titel
- Lees de inleiding
- Bepaal het onderwerp
- Lees de slotalinea
- Bepaal de hoofdgedachte

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2: De hoofdzaken vaststellen
- lees het middenstuk intensief; 
- Onderstreep van elke alinea de kernzin; 
- Markeer de signaalwoorden;  
- Bepaal de deelonderwerpen (welke alinea's vormen samen een deelonderwerp?)
- Noteer van elk deelonderwerp de hoofdgedachte. 

Slide 7 - Tekstslide

Stap 3: De samenvatting uitschrijven
- Noteer boven je samenvatting de titel, schrijver en bron; 
- Blijf met je formuleringen zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst;
- Formuleer zo kort mogelijk, maar zorg er wel voor dat het correcte, volledige zinnen zijn. 
- Vermijd het gebruik van het woord ik: er kan onduidelijkheid ontstaan over of het om jou of om de auteur gaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de theorie van het onderdeel samenvatten op pagina 237 tot en met 242 door. Maak hierbij aantekeningen. Dit onderdeel behoort niet tot de toetsstof, maar komt volgend jaar wel terug!

Slide 9 - Tekstslide

Soorten argumenten
Een belangrijk onderscheid dat we maken is het onderscheid tussen: 

feitelijke argumenten: dit zijn argumenten die controleerbaar zijn. 
waarderende argumenten: dit zijn argumenten die niet controleerbaar zijn en waarbij je dus van mening kunt verschillen. 

Slide 10 - Tekstslide

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.
A
Feitelijke uitspraak
B
Waarderende uitspraak

Slide 11 - Quizvraag

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.
A
Feitelijke uitspraak
B
Waarderende uitspraak

Slide 12 - Quizvraag

Tegenargumenten en weerleggingen
In een betoog kan het verstandig zijn om rekening te houden met  je tegenstanders. Dit kan op de volgende manieren: 

- Door het standpunt te ontkrachten; als je dit doet, gebruik je een tegenargument
- Door de onjuistheid van een argument aan te tonen; als je dit doet, maak je gebruik van een weerlegging

Slide 13 - Tekstslide

"Volgens mij kan je beter blijven zitten, want dan slaag je over twee jaar met hogere cijfers."

"Maar dat kost me wel een heel jaar."
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 14 - Quizvraag

"Omdat er nauwelijks werk is te vinden voor afgestudeerde Neerlandici, lijkt het me niet verstandig om Nederlands te studeren."

"Dat verbaast me: de afgestudeerde mensen die ik ken, hebben inmiddels allemaal een baan."
A
Tegenargument
B
Weerlegging

Slide 15 - Quizvraag

Noteer het standpunt:
Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet. Natuurlijk kan de rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. Maar als een strikte toepassing van de wet leidt tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, is de wet volgens mij toe aan revisie.

Slide 16 - Woordweb

Noteer het standpunt:
‘Allochtone agenten stuiten vaak op wantrouwen bij collega’s’, luidt de kop van het artikel naar aanleiding van een onderzoek van Sinan Cancaya. Zij werkte als adviseur bij de politie en gaat nu promoveren op de beleving van allochtone agenten (Binnenland, 19 oktober). Toen ik het las vond ik het een ontzettend eenzijdig stuk. Cancaya heeft hen niet gevraagd hoe allochtone agenten tegen agenten van Nederlandse komaf aankijken. Wat zijn hun verwachtingen vooraf, voordat ze in het
corps komen? Heeft Cancaya hen die vraag ook voorgelegd?

Slide 17 - Woordweb

Aan de slag
Maak nu opdracht 1 tot en met 4 van onderdeel 7.1. 

Slide 18 - Tekstslide