rekenen 14 januari 2021

rekenen 14 januari 2021
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

rekenen 14 januari 2021

Slide 1 - Tekstslide

4 mensen krijgen een erfenis van €1.800,- Om uit te rekenen hoeveel iedereen krijgt, kun je het beste .............
A
optellen
B
aftrekken
C
vermenigvuldigen
D
delen

Slide 2 - Quizvraag

1800 euro verdelen over 4 mensen. Hoe vaak krijg je dan 100 euro?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Je hebt 1800 euro verdeeld in 4 x 400 = 1600 euro. Hoeveel krijgt iedereen er nu nog bij?
A
100
B
50
C
200
D
25

Slide 4 - Quizvraag

 21
 16
 9
8
23
 29
21 + 8=
12 + 9 =
16 - 8=
18 - 9=
15 + 8 =

7 + 9= 

Slide 5 - Sleepvraag

Je moet €45 betalen. Betaal gepast met zo min mogelijk briefjes/munten.
Welk antwoord is juist?
A
€20 + €10 + €5
B
€20 + €10 + €10 + €5
C
€30 + €5
D
€20 + €20 + €5

Slide 6 - Quizvraag

Zet ze in de goede volgorde van klein naar groot

Slide 7 - Sleepvraag

voor 4 personen heb je 600 gram nodig. Voor 9 personen heb je dus...... gram tomaten nodig.
A
1250 gram
B
1200 gram
C
1300 gram
D
1350 gram

Slide 8 - Quizvraag

"Eén op de drie is gratis."
Bij welke reclamezin past dit?
A
3 halen, 2 betalen
B
2 halen, 1 betalen
C
4 halen, 3 betalen
D
3 halen, 3 betalen

Slide 9 - Quizvraag

25% is 15 kilometer.
De hele route (100%) is............
A
60 kilometer
B
3,75 kilometer
C
100 kilometer
D
75 kilometer

Slide 10 - Quizvraag

rekenfeit 
1 liter = 100 centiliter
1 L = 100 cl


ezelsbrug:
1 M = 100 centimeter
1 M = 100 cm

Slide 11 - Tekstslide

Bij de garage gebruiken ze een uit een fles 80 centiliter en een andere fles 1 liter motorolie om mijn motorolie bij te vullen. Hoeveel motorolie had mijn auto nodig?
A
81 centiliter
B
90 centiliter
C
160 centiliter
D
180 centiliter

Slide 12 - Quizvraag

180 centiliter is dus bijna .............
A
1 liter
B
2 liter
C
20 liter
D
18 liter

Slide 13 - Quizvraag

Ik maak vandaag minimaal ..... sommen.

Slide 14 - Woordweb

score.basisacademie.nl 

Slide 15 - Tekstslide