Soorten werkwoorden: kww/hww/zww

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?
  • Allereerst: over lezen en leesboeken.
  • We maken een nieuwe oefentoets grammatica en die kijken we na.
  • Daarna weet je welke onderwerpen je moet bestuderen en oefenen.
  • We bespreken de gemaakte toets werkwoordspelling; iedereen heeft hem ingehaald, op twee mensen na. 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Wat gaan we vandaag doen?
  • Allereerst: over lezen en leesboeken.
  • We maken een nieuwe oefentoets grammatica en die kijken we na.
  • Daarna weet je welke onderwerpen je moet bestuderen en oefenen.
  • We bespreken de gemaakte toets werkwoordspelling; iedereen heeft hem ingehaald, op twee mensen na. 

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen
Geef aan wat de zelfstandige, hulp- en koppelwerkwoorden zijn in de volgende zinnen.

Bassie en Adriaan zijn een heel erg beroemd duo geworden.
De jassen zijn netjes aan de kapstok gehangen.
FC Barcelona ontsloeg Koeman als hun trainer.


Slide 2 - Tekstslide

Oefenen
De voetbaltrainer bepaalt voorafgaand aan de

 wedstrijd altijd de opstelling van zijn team.


Slide 3 - Tekstslide

Oefenen
 Boris heeft gisteren veel biertjes 

gedronken in de kroeg.



Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
3 Welke bewering is onwaar?

A Een persoonlijk voornaamwoord kan nooit onderwerp van de zin zijn.
B Het bezittelijk voornaamwoord staat voor het zelfstandig naamwoord
 waar het bij hoort.
C Het woord 'wij' kan zowel persoonlijk voornaamwoord als bezittelijk
 voornaamwoord zijn.


Slide 5 - Tekstslide

Oefenen
3 Welke bewering is onwaar?

A Een persoonlijk voornaamwoord kan nooit onderwerp van de zin zijn.
B Het bezittelijk voornaamwoord staat voor het zelfstandig naamwoord
 waar het bij hoort.
C Het woord 'wij' kan zowel persoonlijk voornaamwoord als bezittelijk
 voornaamwoord zijn.


Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
Noteer van elk onderstreept woord de woordsoort. Kies uit: pers.vnw of bez.vnw.

Heb je jouw auto laten wassen door onze neef of liet je dat doen door je vader?


Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Noteer van elk onderstreept woord de woordsoort. Kies uit: pers.vnw of bez.vnw.

Heb je jouw auto laten wassen door onze neef of liet je dat doen door je vader?


Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
Noteer van de zinnen pv, ow, wg of ng, mv en bwb. Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken. Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-).

Gisteren scheen Davy verdwaald te zijn geweest in het bos.



Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
Noteer van de zinnen pv, ow, wg of ng, mv en bwb. Zet het naamwoordelijk deel tussen vierkante haken. Staat een zinsdeel niet in de zin? Zet dan een streepje (-).

Het voetbalteam is morgen te vinden in het voetbalstadion.



Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
Maak een zin die alleen bestaat uit een onderwerp, een werkwoordelijk gezegde en een bijwoordelijke bepaling. Het onderwerp is 'de witte auto'.

Doe hetzelfde opnieuw, maar dan met een naamwoordelijk gezegde. 


Slide 11 - Tekstslide

Oefenen
Geef aan wat de zelfstandige, hulp- en koppelwerkwoorden zijn in de volgende zinnen.


Een dief koopt geen waren, die steelt ze.

De auto's worden gemaakt in een geavanceerde fabriek.


Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
Wat zijn de naamwoordelijke delen van de naamwoordelijk gezegdes? Zet ze tussen haken.

De zon bleek niet zo happig om te schijnen.
De misdadiger schijnt zelfs moorden te hebben gepleegd.
Het lijkt nogal een zooitje te zijn.
De premier blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
Tien jaar geleden is zij leraar geweest.




Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Wat zijn de naamwoordelijke delen van de naamwoordelijk gezegdes? Zet ze tussen haken.

De zon bleek niet zo happig om te schijnen.
De misdadiger schijnt zelfs moorden te hebben gepleegd.
Het lijkt nogal een zooitje te zijn.
De premier blijft op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.
Tien jaar geleden is zij leraar geweest.




Slide 14 - Tekstslide

Beter worden
Je weet nu wat je niet beheerst.

  • Pak je boek, check de inhoudsopgave op de onderwerpen waar je op moet studeren.
  • Ga naar de betreffende bladzijde, lees de theorie en maak oefeningen.

Slide 15 - Tekstslide

Bespreking toets ww-spelling
Nog niet gemaakt? Pauze! 

De behandeling is enkel voor diegenen die hem al hebben gemaakt.

Slide 16 - Tekstslide

Afsluiting
We hebben alle toetsstof doorgenomen en je kent je zwaktes. Daarmee kan je je beter voorbereiden op de d-toets van volgende week.

Je weet waar je fouten hebt gemaakt bij de toets werkwoordspelling.

Slide 17 - Tekstslide