In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 25 min
Onderdelen in deze les
Het zenuwstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Weten hoe het zenuwstelsel is opgebouwd
Weten hoe het zenuwstelsel werkt
Weten hoe impulsgeleiding werkt
Slide 2 - Tekstslide
Het zenuwstelsel
Slide 3 - Woordweb
Zenuwcellen
100 Miljard zenuwcellen. Het grootste deel daarvan bevindt zich in het centraal zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)
Zenuwcellen verwerken informatie en signalen. Ze kunnen deze ontvangen en doorgeven zonder verlies van signaalsterkte.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
3 Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
Schakelcellen
Bewegingszenuwcellen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
3 Typen zenuwcellen
Impuls = elektrisch signaaltje
Gevoelszenuwcel/ sensibele zenuwcel: Vervoeren impulsen van zintuigcellen naar het centrale zenuwstelsel.
Schakelcel: Zijn aan beide einden verbonden met andere zenuwcellen. Schakelcellen krijgen informatie van gevoelszenuwcellen en/of andere schakelcellen en geven informatie door aan bewegingszenuwcellen en/of andere schakelcellen.
Bewegingszenuwcellen/ motorische zenuwcel: Vervoeren impulsen weg van het centraal zenuwstelsel en richting een spier of een klier.
Slide 8 - Tekstslide
Van prikkel naar beweging
Voorbeeld: Je staat buiten op een kruispunt, en kijkt naar links en naar rechts. Je ziet een auto aankomen.. Je kunt maar beter een stap naar achter doen!
Wat is de prikkel en op welk zintuig werkt deze?
De impuls wordt gestuurd naar ....
-De impuls wordt verwerkt in de grote hersenen.
De impuls loopt van de hersenen naar ....
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Centrale zenuwstelsel (CZS)
Bestaat uit :
Hersenen
Ruggemerg
Slide 12 - Tekstslide
Grote hersenen
Controlecentrum
Maken het bewust handelen mogelijk.
Prikkels komen hier aan en worden verwerkt
Functies als denkvermogen, taal, geheugen, creativiteit en nieuwe dingen aanleren.