Woordenschat Nederlands - Duits
> Je moet de Duitse woorden kunnen schrijven. Denk hierbij aan:
- Hoofdletters: begin van de zin/zelfstandige naamwoorden
- Umlaut: ä/ö enz.
- Lidwoorden: der/die/das
- Meervoudsvormen: der Berg (de berg) die Berge (de bergen)