Wat moet je leren voor SE 3 !!! Nederlands
- Je moet weten welke functie een kern van een verhaal heeft.
- Je moet weten uit welke delen een alinea is opgebouwd. (welke 3 delen?)
- Je moet weten hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft bij jij, u, hij, zij en het.
- Je moet weten hoe je werkwoorden in de verleden tijd schrijft.
(je krijgt een aantal zinnen waarin je moet aangeven of het werkwoord goed is geschreven of niet).
- Je moet weten hoe je de juiste vorm van het werkwoord schrijft.
(je krijgt een aantal zinnen waar je het juiste werkwoord in de juiste vorm moet opschrijven.
- Je moet zinnen schrijven waarbij je een werkwoord in de voltooide tijd moet zetten.
(je krijgt bijvoorbeeld het woord duwen, je moet hier een zin van maken met het voltooid deelwoord van duwen erin)
- Je moet weten hoe je leestekens gebuikt.
(leesteksten zijn punten, hoofdletters, komma’s, vraagtekens , uitroeptekens e.d.)
- Je moet weten op welke manier een tekst wordt ingeleid.
- Je moet weten wat de tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden zijn.
- Je moet weten hoe je een zakelijke brief schrijft.
(waar komt jouw adres, waar komt het adres van de ontvanger, hoe eindig je een zakelijke brief.)
- Je moet weten wat de aanhef is. (van een zakelijke brief)
- Je moet weten wat meningen, feiten en argumenten zijn.
(je krijgt een aantal zinnen waar je moet aangeven of het een mening, feit of argument is.)
- Je moet een zakelijke BRIEF zelf schrijven.
(let dan dus goed op waar je je adres gegevens e.d. zet)