2KM NE L12 spelling

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: lezen in je leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek 
  • Schrift /pen
timer
15:00
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Startopdracht: lezen in je leesboek
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek 
  • Schrift /pen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Uitleg 
  • Opdrachten
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan leestekens op de juiste manier gebruiken.
  • Ik kan bijvoeglijke naamwoorden spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdletter
  • Aan het begin van een zin
  • Als de zin met 's begint, krijg je een spatie en wordt de volgende letter een hoofdletter: 's Morgens ben ik vrolijk.
  • Bij namen
  • Bij woorden die van namen zijn gemaakt: Woerdense, Noord-Brabantse

Slide 6 - Tekstslide

Geen hoofdletter!
  • dagen
  • maanden
  • seizoenen
  • windstreken

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een komma?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een citaat?

Slide 9 - Tekstslide

Leestekens: komma
  • Tussen delen van een opsomming (behalve voor het woord en)
  • Tussen twee persoonsvormen
  • Voor voegwoorden
  • NIET bij en/of

Slide 10 - Tekstslide

Leestekens: dubbele punt 
  • Als je iets aankondigt of opsomt
  • Als je iemand citeert:
    Jasper zei: 'Overmorgen ben ik jarig.'
  • Citaat: iemands woorden precies opschrijven

Slide 11 - Tekstslide

Leestekens: aanhalingstekens 
  • Als je iemand citeert:
    Jasper zei: 'Overmorgen ben ik jarig.'
  • Citaat: iemands woorden precies opschrijven
  • Het citaat begint altijd met een hoofdletter.
  • Staat het citaat vooraan? Dan geen dubbele punt, maar komma!
    'Overmorgen ben ik jarig', zei Jasper.

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden 
  • korte vorm en lange vorm
  • Maak een lange vorm van:
    - lekker
    - lief
    - grijs
    - fris
    - traag
  • Let op! Stoffelijk bijvoeglijke naamwoorden vaak: - en

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Je werkt in stilte
  • Kijk opdracht 2 t/m 5 vanaf blz. 226 en opdracht 1, 3, 4 en 5 vanaf blz. 228 na
  • Maak opdracht 1 t/m 6 vanaf blz. 230
  • Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 232
  • Heb je vragen? Sla deze even over. Over vijf minuten kan je ze stellen.
  • Klaar? Maak online van cursus 7 paragraaf 1 (herhaling leerjaar 1) en/of werk in Numo. 
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Samenwerken
  • Je mag rustig overleggen
  • Kijk opdracht 2 t/m 5 vanaf blz. 226 en opdracht 1, 3, 4 en 5 vanaf blz. 228 na
  • Maak opdracht 1 t/m 6 vanaf blz. 230
  • Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 232
  • Heb je vragen? Steek je hand op.
  • Klaar? Maak online van cursus 7 paragraaf 1 (herhaling leerjaar 1) en/of werk in Numo. 
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Datum:
- maandag 22 januari
Maken:
  • - Maak opdracht 1 t/m 6 vanaf blz. 230

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
  • Ik kan komma's op de juiste manier gebruiken.
  • Ik kan leestekens op de juiste manier gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 18 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 19 - Tekstslide