Week 1 - Herhaling begrippen communicatie
1 / 35
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Een advertentie is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Directe communicatie
D
non-verbale communicatie
Slide 12 - Quizvraag
Blozen is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Indirecte communicatie
C
Verbale communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 13 - Quizvraag
Een verkoopgesprek is een voorbeeld van
A
Meerzijdige communicatie
B
Eenzijdige communicatie
C
Indirecte communicatie
D
Non-verbale communicatie
Slide 14 - Quizvraag
Communicatie zonder woorden heet ook wel
A
verbale communicatie
B
Lichaamstaal
Slide 15 - Quizvraag
Waaruit bestaat onze communicatie vooral?
A
Verbale communicatie
B
Gebaren
C
Non-verbale communicatie
Slide 16 - Quizvraag
Aan de telefoon....Er is hier sprake van:
A
Directe eenzijdige communicatie
B
Indirecte eenzijdige communicatie
C
Directe meerzijdige communicatie
D
Indirect meerzijdige communicatie
Slide 17 - Quizvraag
Hier is sprake van:
A
Directe eenzijdige communicatie
B
Indirecte eenzijdige communicatie
C
Directe meerzijdige communicatie
D
Indirect meerzijdige communicatie
Slide 18 - Quizvraag
Facebook, what's app, videoboodschap of email noemen we...
A
Verbale communicatie
B
Digitale communicatie
C
Non-verbale communicatie
Slide 19 - Quizvraag
Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 20 - Quizvraag
Van welke soort communicatie spreken we als je communiceert via
e-mail?
e-mail?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 21 - Quizvraag
De krant is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale
Slide 22 - Quizvraag
Waarom is non-verbale communicatie voor een verkoper belangrijk?
A
Boodschappen worden vaak non-verbaal verspreid.
B
Door non-verbale communicatie herken je dominante klanten.
C
Bij alle klantencontacten is er sprake van non-verbale communicatie.
Slide 23 - Quizvraag
Waar staat ICT voor?
A
Interne communicatie en technologie
B
Internet en computer technologie
C
Informatie- en communicatie technologie
D
Internet, computer en telefoon.
Slide 24 - Quizvraag
Volgens het communicatiemodel begint communicatie bij:
A
de boodschap
B
de zender
C
de ontvanger
D
het medium
Slide 25 - Quizvraag
Vlog op youtube is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale
Slide 26 - Quizvraag
Een voorbeelden van non-verbale communicatie is:
A
kletsen
B
zwaaien
C
email schrijven
D
appje beantwoorden
Slide 27 - Quizvraag
Bij eenzijdige communicatie kun je direct reageren op de ander
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 28 - Quizvraag
Radiouitzending op Radio 1 is een voorbeeld van ... communicatie
A
Persoonlijke
B
Massale
Slide 29 - Quizvraag
Hoeveel % van communicatie verloopt non-verbaal?
A
20
B
30
C
50
D
70
Slide 30 - Quizvraag
Aan de non-verbale communicatie kun je aflezen of iemand zenuwachtig is
A
waar
B
onwaar
Slide 31 - Quizvraag
Is hier sprake van communicatie?
A
Nee, zingen is geen communicatie
B
Ja, want ik kan meezingen
C
Ja, er is sprake van een boodschap overbrengen.
D
Nee, want Beyoncé hoort mij niet
Slide 32 - Quizvraag
Welke soorten communicatie zijn er?
A
Non-verbaal, verbaal, eenzijdig, tweezijdig
B
Eenzijdig, tweezijdig
C
Non-verbaal, verbaal
D
Verbaal, meerzijdig
Slide 33 - Quizvraag
Hoe kan ruis in de communicatie
worden voorkomen?
worden voorkomen?
A
Lawaai
B
Moeilijke woorden gebruiken
C
Afgeleid zijn
D
Door antwoorden samen te vatten
Slide 34 - Quizvraag
Wat blijft je bij uit deze les?
